
B E S C H R Y ' V I N G
V A N D E N
A M E R I K A A N S C H E N
BOSCH-DUIVEL, of SLINGER-AAP,
Q U A T T O genaamd'.
Tab. V.
T - \ e grootte van deezen Aap tornt na genoeg overeen met die
• L ' van den Heer Ruffon. Ry een zeer wel opgezette», welken
ik thans voor my hebbe ,, vind’ ik de grootheid van het lyf
i y Rhynlandfche duimen; namenlyk , van den top des hoofüs tot
het begin van den ftaart; de flaart zelfs is z- voeten;
Het aangezicht, ’t geen van een ligt-roode koieur i s , is ge»
heel naakt; bier en daar vertoont zich maar alleen een rcddyk
lang hair. De ooren zyn ook naakt, en gelyken volmaakt naat
die van een menfch. Ter zyden van het hoofd, voor de ooren-,
vertoont zich. een fmal ftreekje hair. De bovenfte lip heeft mede
eenige hairtjes, doch de onderfte heeft ’er meêr. Het geheelé
weezen o f aangezicht is' meerder plat dan uitfteekende, voomamen-
iyk voor hy de oogen. Dat deel,: ’t welk men den fhuic noemd,
vind’ ik, ut dit voorwerp-, voor al niet meer dan een duim ver;
der dan de oogen vooruit te fteeken, De koieur der oogen fs
my niet: zeker bekend,. doch zy zyn in evenredigheid van het
hoofd, ’t geen klein is , vry groot. De oogleede» hebben geene
Wenkbraawen. Het voorhoofd verheft zich naar om hoog , en
daar groeit het hair tusfchen de oogen, nederwaards in een punt