
KAAPSCHE KAMEEL-PAARD, 43
Iirtg wysbeenmet het fchuitbeen in een gefmolten R. Y.> en
twee wiggebeenderen u. v. tv. , mede tot een been vereen
nigd: eindelyk uit het derde wiggebeen| derhalven uit v y f;
doch ’er is een zesde e by , welke den buiten enkel uitmaakt,
reets door ons Jaefchreey en , en door den Heere D a u b e n -
t o n uitmuntend uitgelegd. Het vyfde, of derde wiggebeen,
’I welke in de Koeijen en Schaapen den trekker van
de Pemieas ontfangt, fchynt hier verlooren, ’t welkte eerder
gefchieden moeit, om dat de beenderen los, en zeer
onder een verward tot het Kabinet overgekoomen zyn.
ïvïen moet zig veeleer verwonderen, dat dit geraamte
nog tot die volkomenheid, heeft kunnen gebragt worden,
Z y hebben dus zes beenderen in het geheel, welke te za-
men den voorvoet O. P. W. Y. uitmaakende, 5 duimett
hoog zyn.
Denaavöet of Metatarfus tv', y. a. b. — 2 voet, 4 duim. Het
been a. b. d. c. = 41 duim. Het tweede d. c. f. g. — 2.
Het derde f. g. 1. k. = 4. Het agterbeentje g. b. gelyk’*van
een duim.
’Er zyn hier weder twee zaadbeencferen tusfen de geleding
van het naavoetsbeen , en vingcrbeen, a. h naame-
Jyk, b. e, welke 1; duim., lang zyn,
De fchoen van den agterpoot is een duim kleiner danvan
den voorften, dat is = .7' duim, ywaarïn het nagelbeen
f. g. f k. met het agterbeentje ligfelyk bevat kan worden,
om dat het de helft kleiner is dan aan den voorpoot.
, ï , • • ; i i 1. j j * >
De hoogte van den fchoft tot onder het borstbeen a. g;.
— 41 voet.
Het Geraamte In’sPrinfen Kabinet is in de daat fchoon,
en uitmuntend wel faamengeiteld: men zou nogthans de;
p 3. kleine'