
«n die zonderlinge Dieren, welken de Heer S e b a ook Ceylonfche
tengere L u ia a rd s m em d ( / ) , doch waaraan de Heer d e B u f f o n
den naara van L o r is geeft (»«). In den eerften opflag van het
pog fchynt het zelfs zeer weinig met deeze laatfte te verfchil-
jen; dan by eene' nadere befchouwing befpeurt men merktekens,
welke hen terftond onderfchcidenlyk doen kennen. De klaau-
wen of vingeren der voor- en achter voeten zyn volmaakt wel met
die laatfte overeenkomftig; maar de arm , voomaamlyk der
voorvoeten , is in deeze korter en dikker. Het lichaam van
deeze heeft die dunne of ranke fchraalheid niet; het is naar de billen
dikker en heeft een klein bewys van ftaart. Het hoofd
toont zich zo pnderfcheiden niet van het lichaam, het toont zich
door het dikwollig opftaande haair daar mede meer vereenigd. De
ooren verbergen zich by deeze in het haair. Hier door, en door de
meerdere kortheid zyner beenen, en door zyne natuurlyke eigen-
fchappen, gelyk wy verder zien zullen, gelykt hy meerder naar
den gemeenen bekenden Weft-Indifchen Luiaard, dan naar den
Ceylanfchen tengerqn Luiaard van Se b a , de Loris van den Heer
de B u f fo n -
Voor wy tot de huishoudelykc befchouwing van dit Dier oven
gaan, zal het niet ondienftig zyn eenig bericht te geeven, naamelyk,
waarom wy dit Dier, het geen voornaamelyk in de gedaante der
klaau-
£j) Idem. Pag. 55. Tab. X X XV. fig. 1. & 2. „ Ceylons dierken (zegt Seba)
,, met een honds hoofd, Luiaard genoemd , hebbende de gehalte van een Aap”’.
Paar het doch piet veel naar gelykt. Idem. . Pag. 75. Tab. X%.VII. fig. 1. „ Ceylon-
,, fché Luiaard, grootfte foort”. De Heer Seba, welke deeze weinigverfchillende
diertjes, onder den naame van Luiaard, gekregen heeft, en dien hy hen ook Iaat
behouden, meent echter, uit de langheid der ppoten,, dat het geene Luiaards zyn,
’t welk doch geene genoegzame zekere reden is.
Cjb) De Heer de Bopfo» zegt Tm . X I I I . pag. 210. dat wy den naam van Loeris
aan dit dier gegeeven hebben, my is het zelve, echter nimmer onder die benoeming
vóórgekomen, dan alleen in de Catalogus van het Mufeum Petropolit. pag.. 330, alwaar
eenvoudig ftaat, Belgis een Loeris, en dit lbort een Aap genoemd word. In
alle Kabinetten, waar in ik deeze diertjes gezien hebbe, heb ik de benaming van. Luiaard
gevonden.
klaauwen zeer veel van de gewoone Luiaards verfchilt, echter
dien naam laaten behouden. Voor eerft, antwoorden wy daar op,
om dat dezelve onder die benoeming van Bengalen is overgezonden,
en dus dit foort aldaar met dien naame bekend is. Ten anderen,
en ’t welk wel de voornaame reden behelsd, om de overeenkomende
natuurlyke eigenfchap, die dit Dier, in deszelfs traagheid,
met den Luiaard heeft; zo als wy hier na zien zullen. Wy
verkiezen daarenboven, gelyk de oude Schryvers ons veeityds
daar in zyn voorgegaan, altoos, zo veel mogelyk, de eigenfchap
te kennen geevende naamen té behouden; daar door wordt het geheugen
te gemoet gekomen, en de naam errinnert te gelyk de
eigenfchap der zaake. De naam is daarenboven aan deeze Dieren
niet toevailigerwyze gegeeven, noch afgeleid van de gedaante
, maar alleen van de traag- en luiheid, die by deeze Schepfelen
heerfcht. Voor het overige, voor geene van die oppervlakkige
Natuürbefchouwertjes fchryvendè, die zich meer met de verzameling
der zaaken, dan met de bewerkende betrachting, bezig houden,
is het ons vry onverfchillig, hoe zy deeze onze fchikking aan-
neemen. Wy hebben hun reeds, door anderen, hooren denken,
hoe zal deeze vyfvingerige L uiaarcl zich in den Rang der twee
én drie vingcrigen vieijcn 9 Dan zulks fe my oirt het even, zo lange
ik by het denkbeeld blyve, ’t geen als eene Natuurwet zich niet
gemaklyk laat verwerpen , dat de rangfchikkingen naar de natuurlyke
weezerrs, maar niet deeze naar de rangfchikkingen moeten
gefchaard worden. De minft - geoeffende ziet genoeg, dat
het Gedacht der Luiaards zich hier door in drie onderfcheidingen
verdeeld; als wordende daar in reeds' twee- $ en drie-vingerigen gevonden.
Maar mogelyk zal de tyd, die alles ontdekt, de zo
genoemde tengere Luiaards van S e b a nog wel by deeze Ben*
gaalfchen voegen , van welk gevoelen wy geheel niet vreemd
zyn. In Zulken gevalle zal men v y f, zo niet fes verfcheidenhe-
den, in vier foorten van Luiaards tellen, naamelyk, de Twee-,
en de Drievingerige van America, en de Tweevingerige van Cey--
B 2 ion.