zoowel aan de Compagnie als aan de goede gemeente zou berokke-
nen, werd van het aanmaken dezer tinnen duiten afgezien en zij te
Batavia, Cheribon, Bantam en verder op Java ongangbaac verklaard
bij publicatie van 1 Julij 1796. Maar nog was dit besluit geene drie
maanden oud, of eensklaps zien wij dezelfde Regering weder in strijd
daarmede handelen en, bij publicatie van 21 September 1796 tinnen
duiten invoeren van 3/g lood zwaarte en gelijk staande in waarde
aan eene Hollandsche duit. De straf op bet weigeren' dezer gebrek-
kige munt was het stellen ten arbeid aan de gemeene werken, voor
den tijd van twee jaren, of zwaarder, naar exigentie van zaken. Ver-
valsching zou gestraft worden met geeseling, brandmerk en ketting-
slag voor den tijd van 25 achtereenvolgende ja ren , dan wel zwaarder,
naar bevinding van zaken.
Deze bedreiging met zware straffen mögt echter niet helpen, want
ii vuil gewin zoekende” lieden schroomden toch n ie t, om de tinnen
duiten natemaken en in wandeling te brengen, » in voegen eenige goe-
n de ingezetenen daarmede bedrogen werden.” De valsche tinnen duiten
waren voornamelijk van lood gemaakt, dat zooveel goedkooper
was (?), terwijl de echte uit tin met spiauter vermengd bestonden.
De Regering vond zieh dientengevolge genoodzaakt, bij publicatie
van 9 Mei 1797, een ieder voor dit bedrog te waarschuwen en eene
premie van 500 rijksdaalders uitteloven voor hem, die de valsche
munters aan de justitie zou bekend maken en in handen geven,
onder belofte van geheimhouding van den naam des aangevers. Al
wie eene valsche tinnen duit ontving, was gehoitden die aan den
officier van justitie, onder wiens jurisdictiehij sorteerde, overtegeven,
welke ambtenaar vervolgens zoo naauwkeurig mogelijk moest onder-
zoeken, van wien zoodanige valsche munt afkomstig was.
De groote winsten, welke waarschijnlijk het namaken der tinnen
duiten opleverde, maakten alle maatregelen der Regering daartegen,
hoe zwaar ook de bedreigde straffen mogten zijn en hoe zeer alles
aangewend werd om de misdadigers te ontdekken, nutteloos. De Re*