
k i
Stempel der ons bekende gouden en zilveren munten, die ook op zoo
even bedoelde koperen munt werd gebezigd, onveranderd bleef, terwijl
die van de groote, metalen stukken gedurig en dan nog wel meestal
sleehts in kleine bijzonderheden werd veranderd? Washeteen gevolg
van de optreding van eenen nieuwen vorst? De bekende zilveren munt-
jes, die allen denzelfden Stempel hebben, zullen toch ook wel niet
alien onder denzelfden vorst gemunt zijn, en het versehil der figuren
van sommige der metalen stukken is soms zóó gering, dat het niet
aanneembaar is , dat men daaruit tot de optreding van nieuwe vorsten
zou kunnen besluiten. Men heeft dus voor het meerendeel ééne
type gevolgd, zonder dat die bij de optreding van eenen nieuwen
vorst naar aanleiding van die gebeurtenis werd gewijzigd. Die type
moet dus op iets anders dan op den vorst des lands hebben betrek-
king gehad.
Kunnen de figuren niet betrekking hebben op de woekoe’s, de onde
weken der Javanen? Elke zoodanige woekoe had hare godheid en
vaste attributen, — zoo als verschallende soorten van boomen en vogels,
een gesloten of een geopend huis, een tempel, eene pot met water,
eene put, eene kris, eene piek, eene werpschijf, eene vlag, deslangen
Antâbogâ en Nâgâgeni, — en werd geacht eenen grooten invloed
te hebben op het lot en de geaardheid van den persoon, die daarin
geboren werd (*).
Het komt ons niet onwaarschijnlijk voor, dat de onderwerpelijke
stukken meerendeel's hebben gediend als amuletten, om den invloed
der woekoe in het geheugen te houden en te bestendigen, eenigzins
(*) Zie: Indie, ter bevordering der kennis van Nederlands Oostersche bezittingen, door
P . P. Koorda van Eysinga, 1 8 4 3 , III bo ek , I deel, blz. 275 vgg., waarbij de afbeelding van eene
woekoe is gevoegd. De gedrogtelijke, menschelijke gedaante, het huis, de boom, de vogel
daarbij afgebeeld, komen in karakter grootendeels overeen met hetgeen men op vele der
zoogenaamde oude munten ziet. Zie ook: D e voorspellingkunst uit de woekoes van de Ja vanen,
door F . H. J. Netseber, in het tijdschrift voor Indische ta a l-, la n d -en volkenkunde
van bet Bat. Gen. vau K. en W ., deel V I , blz. 571.