
trent geen anderen Stempel mögen gebruiken dan degeene, die hem
bij resolutie der Hooge Indische Regering zal worden aangewezen, op
poenevanaan den lijve daarvoor strafbaar te zijn en, naar bevinding
van zaken, volgens alle strengheid van de plakaten.
10.
(Echter zalhij van deze muntspecie mögen slaan op denzelfden
Stempel voor diegeenen, die het begeren, halve en kwart stukken,
ook dubbele en vier dubbele, dewelke ook naar den koers der en-
kele derhams zullen gangbaar zijn, als bij resolutie van de Hooge
Regering gefixeerd, zijnde op zes guldens of honderd twintig stvs. zwaar
geld, zoodat die specien dan zullen zijn drie of een en een half, dan
wcl twaalf of vier en twintig guldens).
1 1 .
(Van alle partijen, die vermunt worden, zullen twee of drie stukken
worden afgegeven aan den heer Direeteur Generaal of eersten
opperkoopman van het Kasteei, om bewaard te worden met behoorlyke
superscriptie van den tijd wanneer, de grootte der partij, hoeveel
en door welken muntmeester geslagen zijn, doch van kleine partijen
zal maar ¿en genomen worden tot een slaper).
1?.
(De munt-meester zal op den inhoud van deze instructie moeten
¿afleggen den volgenden eed.
Eed voor den Hfuntmeester.
Ik beloof en zweer, dat ik de Hoog Mögende Heeren Staten Ge-
neraal der Vereenigde Nederlanden, mijne Souvereinen, de Edele
Hoog Achtb. Heeren Bewindhebberen der generale geoctroijeerde Oost-
Indische Maatschappij, mitsgaders den Gouverneur Generaal en Raden
van Indie gehouw en getrouw zal zijn.
Dat ik geene andere specie, allooi of Stempel in deze mij aanbe