tijds onder de directie van deli lcapitein der artillerie Demmenie stond.
Vermoedelijk is het hieraan toe te schrijven, dat de duiten,>-.in 1833
geslagen, instede van het muntmeestersteeken V (de Vogel) te voeren,
met het merk D (Demmenie) voorzien zijn.
De direeteur van de munt, die met den direeteur van den construc-
tiewinkel steeds in onmin verkeerde, wist te bewerken, dat het aan-
maken der muntstempels in het muntgebouw en onder zijn onmiddelijk
toezigt plaats vond, van welken tijd af de D vervangen is door eene V.
De onvoorziene en snelle uitbreiding der kultures, geschikt voor de
Europesche markt, deed in gelijke verhouding de behoefte aan koperen
munt toenemen, ten gevolge waarvan de pletmolen, die slechts de capa-
eiteit bezat om 8000 pikol Japansch koper tot plaatjes te verwerken,
lang niet voldoende werd bevonden- om aan de behoefte te voldoen.
Alstoen werd besloten, tot aanvulling dier behoefte, plaatjes uit
Nederland te ontbieden, wier uitzendingen jaarlijlcs zoo aanmerkelijk
toenamen, d a t, niettegenstaande er reeds een vermeerderd aantal munt-
persen aanwezig was, de behoefte aan die werktuigen zieh steeds deed
gevoelen.
Het Indische Gouvernement, overtuigd van den siechten en alleron-
doelmatigsten toestand van de te Soerabaja gevestigde munt en pletmolen,
besloot eindelijk in 1838 een deskundige te ontbieden, tot
het maken van uitbreidingen bij de inrigtingen en het invoeren van
een beter systeem van werken, dan vroeger aldaar gevolgd was.
Dat lot viel mij te beurt; en reeds in 1840 mogt ik het genoegen
hebben alle muntpersen te kunnen voorzien van gegoten, stalen Stempels
, waarin, door middel van matrijzen en ponsoenen, de gravure
werd ingedrukt, zoodat eerst van genoemd jaar af, gelijkvormigheid
in den stempelslag heeft bestaan.
Ook de oude muntpersen, welke zieh alle, zooals reeds vermeld is, in
desolaten toestand bevonden, werden successivelijk door andere vervangen,
naar het model van Poncelet, alleen geschikt tot de munting
ä coin libre.