1S6 Jam ( llmlo»~Uj(}p(i'k). — OimUle Mola kn.
U'ts, dat op hot Boodhistno botrokking hooft) of dat mm eon symbool
van oppermagt doet denken.
Hot is waar, dat op Java hot Boodhismo on hot Sival’sme stork
vermengd waren, maar dlt juist zoudo ons op do munt dos lands
doon sooken naor do voorstolling vaniots, dat onzijdig, dan wol nan
beiden eigen was, zoo als wij dat op do gouden on zilveren munten
vinden in do voor alio sokton heilige lotus-bloem; on, zondorling, dat
symbool treffen wij op do metalen stukken nergens nan.
Hebben onzo stukken voor munt moeten doorgaan, dan rijst al da-
dolijk de vraag, waarom zij in uiterlijk voorkomen zooveel moesten
verschillen van de gelijktijdige gouden, zilveren, tinnen on koperen
nannten. In Bantam bestonden zilveren en koperen munten van on-
derling gelijksoortigen Stempel. Op Java had men zilveren munten,
alle met gelijksoortigen Stempel, doch van verschillende grootte, en tot
opeene geringe waarde toe, en tevens had men daarneven eene kleine
koperen munt van denzelfden Stempel als no. 125, wegende 1.2 ned.
wigtje, en nog eene geringer tinnen munt (no. 167), blijkbaar voor de
dagelijksche behoefte des volks. Wat betreib de kleine koperen munt,
is het opvallend, dat zij zoo hoogst zeldzaam is aangetroffen, terwijl
in Bantam de oude koperen munt nog veelvuldig wordt gevonden.
Op midden J a v a zal de behoefte aan kleine munt wel niet minder zijn
geweest dan in Bantam, en de zeldzaamheid van de kleine koperen
munt van Java kunnen wij ons daarom alleen daardoor verklären, dat
z ij, van zeer onde dagteekening en van zuiver rood koper zijnde,
spoedig door oxydering is vergaan, terwijl die van Bantam niet alleen
van jongere dagteekening, maar ook van een alliage van koper en tin
is, dat weiligt langer aan roest weerstand biedt.
De ons bekende, groote, metalen stukken kunnen niet van geringe
waarde geweest zijn, daar de specie (koper en tin), waaruit zij gegoten
werden, niet op Java werd gevonden en dus van elders,—■ het koper
zelfe van China of Japan, — moest worden aangevoerd.
Waren het munten, dan rijst nog de vraag, om welke reden de