
▼oorzegde 10 penningen, en dat
daarentegen al het minder be-
vonden wordende zilver door
toezet verhoogd worde tot op
vorenstaand gehaite, blijvende
de beide posten, zöo van bet
koper als van het zilver , ten laste
van den inbrenger, van wie'n
de muntmeester bij, de afgave
der gemunte ropijen de voldoe-
ning- zal moeten vragen.
A r t . ff.
De muntmeester zal voor
smeltverlies en lekkagie op heb
zilver, dat hij ontvangt1, ten laste"
van den inbrenger mögen bere-
kenen een percent en boven-
dien ter goedmaking van alle
de ongelden, die tot het smel-
ten, essaijeren, munten, etc.
zullen moeten ged ragen worden,
mede drie percent ten
laste als boven.
Art.. 7.
Ohgerekend nog twee percent,
die een ieder voor het
gebruik van de munt als eene'
gcregtigheid aan de Compagnie
zal moeten öontribueren., en
overgeven aan gem. muntmeester,
Welke' dezelve* ontfeangen
en. maandelijks verantwoorden
zal aan den heer Directeur Ge-
neraal.
Art. 8".
Voorm. essaijeur en adjunct
zullen van de voorzegde vier
toets is dande munt, het köper of zilver, waar-
mede geallieerd moet worden, en zoo het minder
toets1, das het op het behoorlijkeessaij ge-
fineerd wordt, zondér opbreng van spillagie of
iets anders dan betgeen hem toegelegd is afte-
sehrijven.
r.
Het zilver zal insgelijks aan den muntmeester
naar het gehaite en gewigt der staven afgege-
ven en door hem op dezelfde wijze verantwoord
moeten worden, zonder voor de toezats wat te
nemen of voor het raffineren iets te vragen.
8.
Voor al hetwelk de muntmeester, zoowel tot
loon, als voor spillagie, item de spècie tot het
»liieren noodig van alle gouden en zilveren mun-
te a , die' im de voorzeide munt gebragt worden,
zal genieten een en een half ten honderd van
hetgeen voor rekening van de Compagnie wordt
vermunt en een percent daarenboven op de par-
tijen gond van Sumatra’s Westkust, nevens de
permissie om wanneer er riiets voor de Compagnie
te munten is., ook voor rekening van par-
ticulieren te mögen slaan, naar de bepalingen
der soorten, het gewigt en gehaite der munt-
specien, die in deze Javaansche rnunterij zullen
mögen gefabriceerd worden. Van welke par-
tijen hij, boven het voornoemde een ten honderd
van Sumatra’s Westkust-goud, zal mögen
genieten, twee ten honderd voor alle spillagie
en andere verliezen, moeite en kosten, waarvan