96 Engelsche 0. I. Comp, en particulieren— Voor Sumatra.
» ren muntsoort of duit, waarop het merk van den Sultan is geslagen (*}r
ii en Waarvan men er 80 voor een Spaansehe mat verkrijgt; zij' is längs
»de geheele kust tot bij Taroemon gangbaar, even als de dubbele
ii Nederlandscbe duit (kepping bezaar). De enköle kan men niet slijten.”
Het sehijnt, dat de Sulthan van Atj eh-zelf last heeft gegeven tot
het vervaardigen dezer muntsoort, even als de Vorst van Teroemon,
want de heer Ritter vervolgt aldus: » Radja Boedjang van Taroemon,
» in alles den Sultan van Atjin naäpende, beeft in Engeland eene
ii groote hoeveelheid duiten doen slaan, ook al met zijn merk voor-
»zien; maar de naijver der naburige Hoofden, die derzelver gangbaar-
ii heid tegengewerkt bebben, maakt, dat zij alleen aldaar en te Sinke!
»van de hand gezet kunnen worden; daardoor zijn zij verre in waar-
«de gedaald, en verkrijgt men er 470 stuks , bij verwisseling, voor
n een Spaansehe mat.”
Maar wat zeker is, tot bet stempelen van eene munt speeiaal voor
eene provincie onder bet direct beheer van het Nederlandsch Indische
Gouvernement beeft dat Gouvernement nimmer vergunning ver-
leend, en deze daad van Engelsche speculanten stelt dus eene aan-
matiging daar, waarvoor geen schijn van regt is te vinden.
Wij teekenen hier ter loops nog aan, dat van geheel denzelfden
muntslag als voor Sumatra ook stukken zijn gemaakt met de Stempels
jJU ¿0 (Tanah Melajoe, d- i. het Maleische land), ßil»
(negri Selangoer), y% ? (negri Trengganoe), öjV (negri
P e rak ), zijnde de drie laatste rijken gelegen op het schiereiland van ,
Malakka.
(*) Door u het merk van den suithan »wordi waarschijnlijk verstaan, heb opschrift