
S A M B A S of M A M P A W A .
De munten, die wij rekenen tot ¿en dezer rijken te behooren, können
wij slechts op grond van eenige gissingen bepalen.
Wij kennen er twee, beiden van tin.
De oogenschijnlijk oudste (no. 245) is 2,7 Ned. duim in middel-
lijn en weegt ongeveer 4 Ned. wigtjes. Zij heeft tot opschrift: jeU eSU
(malik al-adil); d. i. de regtvaardige vorst.
De keerzijde is glad.
No. 246 is 1,7 Ned. duim in diameter met een rond gat van 0,9
Ned. duim. De eene zijde is glad; de andere heeft tot opschrift
r— CSU ( ...................malik al-adil 22). Het eerste woord
weten wij niet te verklären, evenmin als het cijfer 22.
Het eenige, waar wij ons aan kunnen vasthouden, zijn dusdewoor-
den malik al-adil.
Deze bijnaam werd gevoerd door verschillende vorsten van de te-
genwoordige Wester-afdeeling van Borneo, zoo als blijkt uit een groot
aantal van hunne zegels, die wij geraadpleegd hebben. Zoo noem-
den zieh vorsten van Sintang 3^4411 cSi* (malik al-maboed); d. i. de
geeerde vorst, of tifl» (tncdik oel-rahman)', d .i. de goedertieren
vorst: van Pontianak (in 1823) en van Mampawa (in 1787) CSi-
^y.U! (malik al-ban)\ d. i. de weldoende vorst: van Sambas (in 1819)
en van Mampawa (in 1822) Jciall cJi* (malik al-adil).
Wij hebben de ' twee ■ voren beschreven munten ontvangen uit de
Wester-afdeeling van Borneo en wij meenen daarom ze te mögen bepalen
als te zijn geslagen door een der beide'vorsten van dat gewest,
die zieh malik al-adil noemden, en deze waren die van Sambas
en van Mampawa,