20 Vereenigde 0. I. Comp. — Zilver. ,
« weshalve gebeurt, dat gezegde handelaars, hunne aangebragte waren
ii en menigvuldige kleinigbeden tot hnn contentement alhier gevent
ii en te gelde gemaakt hebbende, geenzins tot inkoop en nitvoering
ii noch van eenige kleeden noch andere hunlieden o ook dienstigo e en
ii alhier in overvloed te bekomen koopmanschappen, maar alleenig
ii tot opzameling van meer geroerde contanten inclineren, strekkende
ii 't zelve tot groote prejudice en nadeel van de Comp, en bet wel-
ii yaren der goede ingezetenen alhier;
«Zoo is ’t , dat wij, genegen zijnde hierin tijdelijkte voorzien, en
ii willende, om redenen boven gededuceerd, deze onmatige uitvoering
ii en verzending van de vorengemelde specie naar vermögen prevenie-
ii ren en in toekomende iveren, hoog noodig geacht en goedgevon-
ii den hebben, gelijlc wij hoog noodig achten en goedvinden mits
«deze, onder anderen, de evaluatie van de Nederlandsche kroonen (*)
«van twee en veertig tot op acht en veertig stuivers. of vier en twin-
«tig dubbeltjes te stellen en verhoogen (f), willen en statueren dier-
ii halve, dat dezelven, onder dusdanige nieuw gestelde valeur, alom
«in Batavia en de jnrisdictie van dien, bij allen en'een iegelijk in
« of buiten dienst van de Comp., zoo wel inhabitanten dezer stede als
«van buiten inkomende handelaars, onder ons gouverno sorterende,
ii zullen uitgegeven, ontvangen en gangbaar gehouden worden, mits
ii expresse toezegging dat dezelven in gelijke evaluatie van vier en
n twintig dubbeltjes, ieder, voortaan en hier namaals wederom bij de
ii Comp, ontvangen en een ieder ■ tot zijn contentement uit Comp, casmet
deze laatste woorden niet alleen schellingen of enkele en dubtele stuivers bedöeld, waar-
van Zuijlen van Nijevelt spreekt. Men zocbt derhalve in 1639 de reden van den uitvoer
der grove zilveren (Nederlandsche) specien niet in eene siechte verhouding der Nederlandsche
muntsoorten onderling, zooals Zuijlen van Nijevelt als reden aanneemt, maar in bet betere
gehalte der munten van Nederlandschen oorsprong, dan dat der Spaansche en andere munten,
■welke in Indie gangbaar waren.
(*) In de resolutie van. 10 Maart 1640 worden zij leeuwendaalders genoemd.
(f) In Nederland was deze munt slechts voor 40 stuivers gangbaar. Zuijlen van Nijevelt
t. a. p.