
tot welke waarde de Indische Regering de Spaansche daalders of realen
reeds oogluikend had laten stijgen, en nu bij genoemd plakaat
wettig verhoogde (*). De Regering werd tot dezen maatregel geleid
ook door ket «wegsteken” der rijksdaalders door de ingezetenen van
Batavia, die bij de eerstdaags verwacht wordende komst der Chine-
sche jonken hoopten meer waarde voor hun zilvergeld te zullen
krijgen, dan op dat oogenblik het geval was. Indien iemand zieh
door deze verhooging der rijksdaalders mögt benadeeld achten, het-
geen niet waarschijnlijk was, omdat zij in Indie werkelijk eene groo-
tere waarde aan stuivers van minder allooi hadden dan die, waarvoor
zij in omloop werden gegeven, dan was de Compagnie bereid om
deze geldstukken ten allen tijde tegen dertig dubbeltjes intewisselen (f).
(*) Merkwaardig is de ömstandigheid, dat dit plakaat geconcipieerd werd door den pen-
sionaris en president des achtbaren Raads van Justitie te Batavia en ter gewoner plaatse
gepubliceerd werd door den fiscaal en een gecoramitteerde uit gemelden Raad. Het is niet
duidelijk waarom de Justitie zieh met den koers van het geld bemoeide. In 1682 geschiedde
eene inwisseling van geld ten overstaan van den fiscaal van Indie en eenen gecommit-
teerde uit den Raad van Justitie. »
Zuijlen van Nijevelt z eg t ter dezer plaatse: // hierbij werd echter geene gelijkmatigheid
//en evenredigheid in acht genomen. D e zilveren reaal van achten, die steeds 48 'Stuivers
//had gegolden, werd alsnu tot 60 stvs. en dus met 2 5 ° /0 verhoogd. D e zilveren keizers-
*daalder daarentegen, die tot nu toe voor 52 stvs. gangbaar was g eweest,. werd eveneens
//to t 60 stvs., dörhalve slechts met ruim 1 8 ° /0 verkoogd.” Deze voorstelling is volgens het
//plakaat geheel onjuist.
(t) u dezen m a a t r e g e lz e g t Zuijlen van Nijevelt (pag. 3 6 6 ), // ligt de bron van al de ver-
u wikkelingen, welke gedurende zoo vele jaren in het Indische muntwezen zieh hebben
// geopenbaard. Had de Regering kunnen besluiten om de evenredigheid tusschen de kleine en
// de grove zilveren specien te herstellen door de ee rste, overeenkomstig hare wezenlijke bestem-
//ming alleen als scheide-munt te laten circuleren en alzoo haar het radicaal van wettig
//betaalmiddel tot onbepaalde sommen te ontnemen , zoo waren alle moeijelijkheden op een-
/ /maal afgesneden geweest, behoudens eene nadere regeling der evenredige gangbare waar-
//de der grove specien, in zoo verre deze van sommige specien boven de wezenlijke, in-
//nerlijke waarde was opgedreven. Nu verkoos men eene willekeurige waardebepaling,
// eerst van eene en k e le , daarna van alle andere grove specien. A l dadelijk ondervond
// m en er de nadeelige gevolgen van. D e boekpenning, tot dus verre de zilveren reaal van