H dat het verre van daar is, dat de Chinezen naar Compagnies klee-
n den (de gelden gerednceerd zijnde) niet meer zouden talen en de
«Compagnie van zoodanige treffelijke winsten (zoo UE. schrijven) van
«3 a 4 tonnen gouds, als op de realen, rijksdaalders en kleeden jaar-
«lijks zijn gauderende, verstoken blijven, gemerkt zoodanige winsten
«inderdaad imaginair zijn.” De Heeren Meesters zouden volkomen
gelijk gehad hebben, indien de toestand in Indie dezelfde was ge-
weest, als die, welken zij in Nederland kenden, maar zij schijnen
niet geweten te bebben, dat de Chinezen liever met ledige jonken,
maar volle beurzen naar hun land terug keerden, dan hunne sehe-
pen met Compagnies lijnwaden te beladen, waaraan in China niet
zulke behoefte bestond als aan zilver.
In verband met de waarde van sommige geldsoorten, vastgesteld bij
deplakaten van 11 Julij 1639 en 10 Maart 1640 (*), was de nieuwe
waarde der munten, voorgeschreven bij de meergenoemde missive der
Heeren XVII van 29 Maart 1649, voor die soorten eene reductie-,
terwijl zij voor andere voor de eerste maal de wettelijke waarde in Indie
bepaalde (f). Ter voorkoming van ongelegenheden, uit de reductie
voortvloeijende, bepaalden de Heeren Meesters: » dat alle voorgaande
n contracten en handelingen, waarvan de betaling met courant geld is
« bedongen te moeten geschieden, haar effect sorteren, de gelden tot
« zoodanigen prijs de crediteuren aangerekend en de debiteuren tot zoo-
n danigen prijs valideren zullen, gelijk mede van huur van huizen,
ii item huur van landen en andere diergelijke zaken, waarvan bij vooiv
ii gaande contracten en accoorden blijken zal. En dat de reductie zal
ii ingaan voorts na publicatie van het plakaat, daarvan na de aankomst
u van onze order te emaneren”.
Vermoedelijk omniet wederom verkeerd begrepen te worden, voeg-
(*) Zie boven, blz. 19 en 21.
(f) Misschien was bet voor dez.e laatsten reeds geschied bij de missive der Heeren X V I I
van 10 December 1622; zulks kunnen wij echter door gemis van dat stuk niet nagaan.