Toen de Engelschen in het bezit waren van een aantal vaste pun-
ten op de westkust van Sumatra, voornamelijk in Benkoelen, hebben
zij, hoezeer vrij laat, afzonderlijke munt voor die bezittingen doen
slaan met het wapen of bet teeken van de Engelsche Oost-Indische
Compagnie, of ook met vermelding van dat ligchaam in het opschrift.
Aanvankelijk moldde het opschrift slechts den naam van Fort Marlborough,
de hoofdvestiging op Sumatra’s Westkust, maar later het
gansche eiland Sumatra, zelfs toen de Engelschen op dit eiland
door de Nederlanders waren vervangen.
De eerste munten, met den Stempel van het jaar 1783, zijn, volgens
Marsden ,• door particulieren te Calcutta geslagen, maar daar deze
munt, volgens het opschrift, uitdrukkelijk » Compagnies geld” was, zoo
kan het munten daarvan niet dan .met goedvinden der Compagnie
hebben plaats gehad.
Later, in 1786, werd Marsden door het bestuur der Compagnie uit-
genoodigd een ontwerp van zilveren en koperen munt voor de Engelsche
bezittingen op Sumatra te maken. Yoor de zilveren munt schijnt
daaraan geen gevolg te zijn gegeven, maar wel voor de koperen,
die , volgens het plan van Marsden, in de fabriek van Boulton bij Birmingham
werd geslagen. Of de munten van latere dagteekening dan
1786 ook daar geslagen zijn, is ons niet bekend.
Het hier achter volgend tabellarisch overzigt bevat al de munten
van de Engelschen voor Sumatra, die wij gezien hebben of die wij
uit andere werken kennen. Dat overzigt vermeldt tevens de munten,
die niet door de Engelsche Oost-Indische Compagnie, maar door
Engelsche speculanten voor Sumatra zijn geslagen. Hoezeer die munt
wel niet anders dan als valsch is te beschouwen, zijnde zij niet uitgegaan
van eenige souvereine magt, willen wij er hier toch gewag van maken,
omdat zij in groote hoeveelheid op Sumatra is verspreid en door den
onnoozelen inlander zonder argwaan is aangenomen.
De speculatie van het slaan dezer munt schijnt twee malen te zijn
ondernomen, doch geringe winsten te hebben opgeleverd , daar zij na