
slechts verholpen kan worden door evenredigen invoer, begreep djr-
halve ten onregte bare toevlugt tot kunstmiddelen te moeten nemen,
om den al te grooten uitvoer van zilvergeld tegen te gaan, alsof de
natuur der zaken zieh op den duur door kunst liet bedwingen.
Het eerste bewijs, dat wij daarvan aantreffen, is het plakaat, dat
d e n ll-Ju lij 1639 u van de pnije dezer stede (Batavia) bij affictie aan
» den volke in ’t generaal ” werd bekend gemaakt, luidende als volgt:
» Anthonio van, Diemen, Gouverneur-Generaal, en de Baden van Indie
»over den stand der Yrije Yereenigde Nederldnden in Oriente, allen
1/ dengenen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
I Alzoo -wij I tot ons groot leedwezen, eenen geruimen tijd herwaarts
ii hebben bevonden en bij de, dagelijksche experientie meer en meer te
ii onzer kennis gebragt wordt, dat de contanten of geslagen Neder-
u landsehe munt te eenmaal, zoo bij de vreemdelingen en van bui-
wten inkomende handelaars, uit Batavia en de jurisdictie van dien
wervoerd, als ook bij eenige Indiaansche trafiquerende inhabitanten
» en andere negotierende perso,nen naar verscheiden afgelegen kwar-
»tieren verzonden worden, zoodanig dat daardoor alhier ter plaatse
ii eene groote schaarsiteit dienaangaande geeauseerd, de aftrek in goe-
" de waren en koopmanschappen ganschelijk verzwakt, en de buroers *
1 en goede ingezetenen alhier hunne dus lange gegaudeerde prosperi-
»teit in velen benomen en onttrokken wordt; en dat door oorzaak van
ii ’t waardig allooi der Nederl'andsche gelden en de läge of geringe
ii evaluatie in regard van de uitheemsche munten op dezelve gesteld (*) ,
(*) Zuijlen van ^Tijevelt, pag. 3 6 5 , geeft als reden van den uitvoer o p : //h e t in omloop
// brengen (ten gevolge van de aansehrijving der Heeren X V I I van 10 December 1622) van
u eene groote massa kleine, onaanzienlijke en onbekende specien, als schellingen, enkele en
/ / dubbele stuivers, meerendeels van slecbt allooi, deed den koers der groye zilveren specien
A'Stijgen, wat trouwens wel te voorzien was, naardien de kleine zilveren raunten n iet,
n overeenkomstig hare wezenlijke bestemming, als sebeidemunt werden gebezigd, maar bij
n zakken van / 300 uitgegeven en als betaalmiddel voor onbepaalde sommen toegelaten
n werden.”
In bet plakaat worden uilheemsche munten tegejiover Nederlandsche gelden gesteld, en