den de Heeren Meesters bij hun schrijven een eoncept van dat pla*
kaat, hetwélk den 4'1™ Mei 1G52 te Batavia werd afgekondigd en dat
niet alleen de Europesche muntsoorten aanwees, welke in Indie eanp- 1 o o
baar zouden zijn , maar ook tevens, om de fout bij het vorige plakaat
begaan te hersteilen, de waarde opgaf, waarvoor elk stuk zou moe-
ten aangenomen en uitgegeven worden, namelijk:
rijksdaalders van de verschalende provincien h 52 stuivers;
realen van achten (Sevilische en Mexikaansche) ä 50 stuivers;
leeuwendaalders of kroonen uit de Nederlandsche provincien a 42
stuivers;
schellingen van provinciale munt a 6 stuivers;
dubbele en enkele stuivers, oortjes en duiten, in de Vereeniode’
Provincien gemunt en geadmitteerd;
Brabandsche en kruisdaalders bij provisie te tolereren á 50 stuivers;
dukatons bij provisie te tolereren a 63 stuivers.
Onbegrijpelijk schijnt het, dat reeds een paar weken later in deze
waardebepaling wijziging werd gebragt. Bij advertentie van 21 Mei
1652 werd namelijk afgekondigd, dat «de Gouverneur Generaalen de
» Baden van Indie, in nadere deliberatie genomen hebbende de koers
» der gelden onder Comp5, district in deze landen gevalueerd en het
a plakaat op 4 dezer alhier daarop geemaneerd, in hetwelk de realen
" in specie en de kruisdaalders gesteld worden op 50 stuivers het stuk,
a mitsgaders de provinciale daalders op 52 stuivers, om verscheidene
a redenen en motiven goedgevonden en geresolveerd hebben het voorsz.
»plakaat zoo verre te veränderen en de voorsz. drie specien op ééne
»valuatie en waardij, namelijk, door elkander tot 51 stuivers te stel-
" len.” Ook werd daarbij verstaan: »dat alle obligatien en contracten,
h eenige sommen van gelden inhouden.de, voortaan niet zullen worden
»gemaakt van realen van 48 stuivers, maar van realen van 8en en
»rijksdaalders van 51 stuivers het stuk.”
Met de eerst vertrekkende sehepen van Batavia naar de kwartieren,
waar de Compagnie jurisdiclie en gebied had, werden hare vier