
anderen, 't zij een of meer personen daartoe aan te stellen en te kwa-
lificeren, met dit onderling beding nogtans, dat de Stempel of Stempels
in hunne tegenwoordige grootte en karakters en zoomede de pit-
jes in hare tegenwoordige zwaarte en gewigt, gelijk ook t getal van
de tegenwoordige vier vuursteden, zijnde van ieder oudsten prins twee
stuks, niet zullen .mögen veranderd, verminderd of vermeerderd
worden, dan met gemeene berading en goedvinding van de gezame-
lijke drie prinsen gebroeders, Sulthan Sepoeh, Sulthan Anom en den
Panembahan Cheribon.”
Deze overeenkomst doet zien, dat reeds toenmaals de Bataviasche
regering trachtte het uitoefenen van het muntregt door de inlandsche
vorsten op Java onder hären invloed en bedwang te brengen, na-
tuurlijk, met het doel om den omloop van ’s Compagnies munt te
bevorderen. Hierin schijnt zij echter niet te best geslaagd te zijn,
want in eene resolntie van 13 November 1733 leest men nog: »dat
n tot dezen tijd de uitgave der duiten in de landen van Cheribon
ii niet heeft kunnen worden in trein gebragt, ter zake de gezamen-
» lijke prinsen daarin geen te grooten zin betoonden te hebben, uit
:i inzigte zulks eenige: vermindering zoude kunnen toebrengen in hun-
ii ne inkomsten door het missen van het voordeel, hetwelk door dezelven
u met het slaan en distribueren van looden pitjes behaald wordt”.
De voordeelen van de munt voor de Cheribonsche vorsten waien
echter hoogst onbeduidend. Na het overlijden van de bovengenoemde,
gekwalifieeerde pitjes-makers, Baksa Negara en Soera di Nata, werd
het muntregt verpacht aan Chinezen, en uit eene overeenkomst tusschen
de vorsten Pangeram Panembahan, Pangeran Dipati Anom, Pangeran
Aria Cheribon, Pangeran Kadja Koesoema, en den kapitein der Chinezen
en Sabandar (ontvanger der zee- en handelsgeregtigheden) te
Cheribon, Tan ßiangko, van 1 Januarij 1710, blijkt, dat deze. het
maken der looden pitjes had gepacht voor niet meer dan 200 rijks-
daalders ’sjaars, welke som niet verhoogd werd bij de opvolgende
overeenkomsten van 2 April 1715, 29 April 1720, 1 September 1744
en 18 Januarij 1752.