DE
M M m m m ,
35 Febrnarij 1861, ’savonds 9 nre.
(Ejtempore.
Salm en schöne, en de geoot,
Ma SCHHAUPT, WILLEMS e n VAN GELDEE,
Zitten bij een flesehje rood,
Maar toch blijft hun hoofdje helder;
G . D .'B OM , DE Y E IE S , LANDEN,
Dan van gedns, en ook de costee
Koopen, praten, drinken mee;
(’frLijkt voorwaar een paternoster)
Penning-kooplust streelt hun hart,
Wijn zelfs maakt hen niet verward.
Wie gij achter tafel ziet,
Dat is bom en vleck en m eijee,
Oveeeem, een rare vreijer,
Höpkee, däär in lang geen niet;
SCHUTJEMANS, VAN DE WAL PEENE,
En een tweetal jonge bloemen,
Nog te jeugdig om te noemen,
Zitten, schrijven, drinken meö.
Naar het leven is deez’ prent.
Mij
VAN OVEEEEM
bekend.
)SCH INDIE,
SLD
.
L. . V ♦ V » oLe/l'v/».