« 90 of minder stuivers, zooals UE. die zullen hebben verkocht, weder
n aan te nemen, maar alleen tot den voorzegden gestelden prijs van
i/76 stuivers ieder.” Zij gingen zelfs nog verder in het deprecieren
dezer munt en , op hunnen last, werden, bij het plakaat van 1 1 Augustus
1682, de dukatons teruggesteld tot 75 ligte stuivers of D/4 rijksdaal-
d e r, nadat de gelegenheid aan een ieder, gedurende acht dagen (van
1 1 tot 19 Augustus 1682), was gegeven, om die muntsoort tegen 90
stuivers bij ’s Compagnies kas intewisselen (*).
a Alzoo” , zegt Zuijlen van Nijevelt, //was de dukaton völkomen ge-
" lijkgesteld met den zilveren rijksdaalder of reaal (f). Dan uit deze
« gelijkstelling van den dukaton met eene penning van veel minder
11 innerlijke waarde vloeiden nieuwe ongelegenheden voort en het schijnt
»schier onbegrijpelijk, dat de Indische Eegering zulks bij het nemen
« van haar besluit niet heeft ingezien. Het schijnt toch tegen alle
« gezonde begrippen aan te druischen, dat twee penningen, wier inner-
11 lijke waarde een verschil .van ongeveer 26yo oplevert, voor dezelfde
»gangbare waarde in omloop zouden kunnen blijven.”
De waarde vermindering schijnt eenen grooten uitvoer van die munt
ten gevolge te hebben gehad, althans wij vinden dat » om het gröot
geld hier ter stede te houden” , bij de resolutie van 3 September
1686, « de zilveren rijders en andere soorten van dukatons weder, gelijk
»voorheen, van elf tot twaalf schellingen werden kverhoogd.”
Te gelijker tijd werden de in ’s Compagnies kas ontvangen en daar
(*) Vermits de aangegeven tijd ter inwisseling veel te ki^rt was ora iedcreA daartoe in
de gelegenheid te stellen, schijnt h e t, dat dit plakaat weder vitsluitehjf voor Batavia isb e -
stemd g eweest, hoewel het gerigt was aan : » alle onze dienaren, bnrgers en onderdanen on-
« der Compagnies gehoorzaamheid en subjectie in deze landen staande en gehoorende.’V^Zuij-
len van Nijevelt, blz. 372, zegt: n ofsclioon hier (in de boven aangehaalde missive der Heeren
» X V I I van 18 October 1677) de ratio legis kennelijk medegebragt, dat er zilveren rijks-
»daalders en zware stuivers bedoeld worden, schijnt echter de Indische Eege ring'zulks niet
w aldus te hebben begrepen.”
(I) Vergelijk boven, blz. 35.