
Bylqgen. 229
Evenals voor de munt, werd ook voor de uitbreiding en verbete-
ring van den pletmolen het benoodigde materieel in den constructie-
winkel, volgens de door mij opgegevene modellen, aangemaakt. ■
Juist op het tijdstip, dat nuttig gebruik zou kunnen worden gemaakt
van alle nieuw aangemaakte werktuigen, werden, ten gevolge van de
invoering van het reeepissen-stelsel, munt en pletmolen gesuppri-
meeid, zoodat meerendeeis alle, aan beide etablissementen gemaakte
verbeteringen tot niets hebben geleid en de gelegenheid heeft outbroken
om de günstige resultaten te ontwaren, die men zieh daarvan had
voorgesteld.
Elf jaren na gemelde suppressie werd eene nieuwe koperen pas-
munt vastgesteld, die bepaaldelijk in den ring zoude moeten gestem-
peld worden. De geheele nieuwe materiele inrigting van munt en
pletmolen werd daardoor nutteloos.
Bij het ministerie van kolonien bestond aanvankelijk het plan om
de aanmunting van het nieuwe koperen pasgeld in Indie te doen plaats
hebben. Als een gevolg daarvan werd aan mij en aan den Ingenieur van
den Waterstaat de Bruyn opgedragen begrootingen te maken van het
kostende, om de munt en pletmolen weder in dien staat te brengen,
waarop zij het laatst hadden gewerkt. '
Bij die gelegenheid werd door mij opgemerkt, dat het Indische
Gouvernement in eene belangrijke dwaling verkeerde, vermits het
Nederlandsche Gouvernement de ringmunting had bevolen. Aange-
zien nu de munt te Soerabaja nimmer in den ring had gemunt, konde
het dus de bedoeling niet wezen, die munt weder in dien staat te
brengen, waarin zij het laatst had gewerkt.
Het sehijnt, dat, niettegenstaande door mij eene memorie van toe-
lichting bij mijn rapport ter zake was gevoegd, ten einde het Gouvernement
van deze dwaling terug te brengen, mijne technische
bemerking niet begrepen konde worden.
Het was hoofdzakelijk voor die zaak, dat ik mij in 1854 naar Nederland
begaf.