\
ir duit worden gebragt en waarin zij tot hiertoe geholpen zijn door
»de looden pitjes, die de Sabandars alom bebben gemaakt, hoewel
a op eene zeer gebrekkige en yoör de ingezetenen lästige wijze I om-
//dat geen pitjes, van zoo zachte specie, om de goedkoopte, gemaakt
//zijnde, kunnen resisteren aan de dagelijksche behandeling en al-
ii zoo aan stukken en te zoek geräken, tot schade van den gemeenen
n man en enkel tot voordeel daarentegen van dien pachter, daar het
//introduceren van eene vaste soort van pitjes of penningen, bij de
a Comp, alhier gemaakt, niet alleen een g’acerediteerd werk zat zijn,
a waarop de gemeene man staat kan maken, maar ook door de ver-
ii beuring der specie, t’ zij dezelve op bovenstaande of eenige andere
//manier konden worden gefabriceerd, de voorschrevene pitjes veel
n dnurzamer en ten minste een geheel jaar zullen kunnen gangbaar
//zijn, waarna de Comp, dezelven voor een zekeren prijs zoude
a kunnen inwisselen, om jaarlijks nieuwe onder de gemeente te doen
a rouleren, met verandering van het merk op dezelven, tot voorkoming
a van vervalsching en fraude en het namaken van dezelven, alles zon-
ii der schade en zelfs nog al tot een zoet voordeel van de Comp., zoo is
//verstaan die propositie in alle deelen te amplecteren en de benoo-
ii digde materialen tot voortgang van dat werk ■ te laten in gereedheid
a brengen.”
Het blijkt alzoo, dat toenmaals het aanmaken van looden pitjes een
prerogatief was van de Sabandars (de ontvangers der inkomende en
uitgaande regten), die hunne betrekking gepacht hadden. Of dit prerogatief
hun door de O. I. Compagnie wettig toegekend was, valt te
betwijfelen, want in de aangehaalde resolutie is geen spraak vanver-
goeding voor de schade, die hun door de invoering van pitjes van
Compagnies wege zou worden toegebragt.
Waarschijnlijk was het tot op dat tijdstip over midden en oost Java
een regaal van den Soesoehoenan.
Die pitjes of welke andere munt, door of met toestemming van de Compagnie
, toenmaals ook voor Java mag geslagen zijn, waren slechts gang