
soort uit het vaderland, ten einde die met een belangrijk «advans’ 1
te Batavia uit te geven.
Zij besloot derhalve:
1°, alle geschroeide, gesnedene en verligte dubbele en enkele stuivers,
alsmede alle dubbele en enkele stuivers, waarvan de Stempel
niet meer kon herkend worden, te verklären voor billioen;
2°. het schroeijen, snijden en verligten van voorschreven geldspetien,
alsmede den invoer daarvan, te verbieden op straife des doods;
3°. alle goede dubbele stuivers gangbaar te verklären voor 21/s stuiver
of 10 duiten, dito enkele stuivers voor 11/4 stuiver of 5 duiten,’
en dito schelling voor 71/2 stuiver of 30 duiten (de Kegering hield
deze waardeverhooging voor een bekwamen iniddenweg), met bepa-
lin°-, dat men bij ontvangst van eene som van 100 rijksdaalders voor
niet meer dan de waarde van een dukaton, en bij ontvangst van eene
som van 1000 rijksdaalders voor niet meer dan de waarde van 10
rijksdaalders aan dat paijement zoude behoeven te ontvangen;
4°. bij achterhaling van gesnoeid geld zulks verbeurd te verklären
ten behoeve van de diaconie-armen te Batavia;
5°. de vorenstaande bepalingen in de Nederduitsche, Portugesehe,
Chinesche, Maleische en Javaansche talen te laten behend maken.
Dit laatste geschiedde bij plakaat van 23 Mei 1735.
Pag. 51, reg. 1 v. b. » van welke methode echter geen verder gebruik gemaakt werd."
Lees: gemaakt zal worden.
11 » reg,; 4 v. b. » op 27 stuivers gesteld.” Bij te voegen: // tot wegneming
11 der irregulariteiten, die omtrent den koers der menigerlei soort van
//ropijen van differente Stempels, beide in deze kolonie, als op andere
//plaatsen onder ’sCompagnies jurisdictie gelegen, bespeurd worden.”
De laatstbedoelde ropijen, hoewel // door verval der tijden” in allooi
en gewigt aan de Soeratsche gelijk, hadden tot dien dag nog geene
legitime waarde, van welke omstandigheid baatzuchtige menschen
gebruik hadden weten te maken om die niet dan voor lagen prijs,
zelfs voor 24 stuivers te ontvangen.