
S U M A N A P .
De Sumanapsehe Regenten hebben, voor zöo ver ons bekend is ,
nimmer muntregt gebad of uitgeoefend. Evenwel hebben zij hun
Stempel geslagen op reeds gangbare mimten. Wanneer dit een aan-
vang beeft genomen, hebben wij niet kunnen nagaan; de tegenwoor-
dige Sumanapsehe hoofden en beambten. sohijnen niet rond voor de
zaak te willen uitkomen. Zooveel is zeker, dat dit stempelen reeds
voor lang in zwang was, althans er bestaan zoogenaamde O O ' O reaal batoe’s
(ruwe, met het wapen van Spanje gestempelde stukken zilver),
die zijn geklopt met het woord <— (Soemenep) in een vierkant,
zooals de onder no. 176“ door ons. afgebeelde munt (*). Dit is tot
in den loop van deze eeuw voortgezet, want men vindt zoodanigen
Stempel op Nederlandseh Indische guldens van 1822, verder op Ne-
derlandsehe rijksdaalders, Maria Theresia-daalders, Nederlandsche
generaliteits guldens (no. 177) en gouden tienguldenstukken.
Slechts op de reaal-batoe’s is de Stempel vierkant; öp de andere
"(*) He t zijn zeker deze stukken, die in de verhandeling der munten, maten en gewigten van
(Nederlandseh In d ie , in deel IV der Verhandelingen van het Bataviaasch genootschap (1784)
worden genoemd vierkante Spaansche realen en waarvan gezegd wordt, dat zij gemeenlijk
bij het gewigt werden berekend, zijnde in H o llan d f 2 2 :1 0 V 2 waard, doch b ij’s Compagnie’s
boeken"^ gesteld op' f 3 3 :6 (zoo leest men op blz. 311 van het aangehaalde deel der Verhandelingen,
tweede uitgaaf; op blz, 2 9 4 staat, echter / 23: 6 , hetgeen beter met den prijs
in Holland overeönkomt) het mark, terwijl zij per stak op Batavia, Java en Malakka waard
waren 1:12, rkds. doch op Bantam en in de Lampongs wel 1 :1 6 rk d s,; bij massa gaven
de Chinezen ter vervoer voor de 101 realen 1 3 3 1 / 2 rkds.
P e r stuk zal hier zeker beteekenen zoo veel van dat zilver als aan gewigt gelijk stond
aan een rijksdaalder of dukaton.