
gaatje gevormd wordt, waardoor, evenals in elken kogel-vorm, het
lood in de Stempels kan gegoten worden. Een uitstekend puntje in
het eene blokje en een corresponderend gaatje in het andere, beide
aan de zijde van de Stempels, dienen wijders om de twee • deelen
van den vörm stevig aan elkaär te kunnen verbinden (*).
ii Fo-sjhoen op de keerzijde van no. 247 is de naam der unie, ge-
vormd omstreeks 1780 door zeven kongsi’s in Montrado. Vroeger
bestonden aldaar zestien kongsi’s, doch na ongeveer dertig jaren
naast elkander bestaan te hebben, raakten negen daarvan door ver-
huizing enz. nit elkaar en smolten de leden te zamen met de leden
der bedoelde zeven, voornaamste kongsi's.
ii Het bovenste karakter van straksgenoemde vischjes beteekent:
bloeijend, voorspoedig, rijk, enz.; het onderste: groot. Gezamenlijk
maken deze twee karakters den naam u it, dien ’ de vervaardiOger aan
zijne gieterij heeft gegeven.
» De twee ter linker- en regter-zijde staande karakters beteekenen
rijkdom en bron. Daar het eerste in den tweeden naamval voorkomt,
beteekenen zij gezamelijk: rijkdoms bron.
«De teekens op de keerzijde moeten Mandsjoe karakters voorstelr
len, waarvan de verklaring aan de beoefenaren yan de Mandsjoe^
taal moet overgelaten worden.”
, reg. 10 v. b. «nabootschen.” Lees: nabootsen.
(?) Zie plaat X X X I I I .