•r
T H . E S A U R U S .
T A B U L A VICESIMA ET SECUNDA.
Num. JacoLa, Capenfis, anguflifolia, crenata, flore luteo.
r "if"' "f ® ' ' ûpons nonnihü a r o C
tes: ho'ram difca., faturauore colore
Num. 2. Jacohxa, Capenßs, flore purpureo,- Senecionis folio dentato.
V ^ p""'" uimciore virore purpuraicens. ' r'"
Gaulis
§elyk als gekroond ïyi met bloemen, de gcdaante van fchoteltjes,
rondom als met ilralen verficrt, hcbbfnde, en naar die van
ons inlandfch S. Jakobskruidt wel gelykende, behalven datzc
2"="
memgte,en de tederheit der talcjcs : het middenfte, of zSgenaamde
fch«e tje van de bloem beftaat uit hoog goud-^ele, gu.sach-
^ e wo hge, zeer &a le, een-bladige, doch op den randc met
vyf fneedtjes verdeeldebloemtjes, uit wiens bodem een tweefplyt.
g ftedtje voortkomt. De nndblaadties (half-bloemtjes gL
noemt) zyn gemeenlyk acht in getal, plat, lichter van Luleur
dan het middenile tnet leezen en aan de kanten met k=rven,dräfvTt^
omgebogen fteiltje. De bloemkelk gelyktnaardievande^
™,™«,/, is langwerpig, en Jicbt-groln
De bloemen veranderen eindelyk in Iluifkens waar in Imi
werpige, zeer kleine, zaadgryntjes zitten. • "n;,.
Dit kmidc fchynt wegens zyne fcherpte en kruidachtieen
worden'."" ™gebruikt te kunSen
Num. 1. s. Jahhhuidt wan de Kaap , met tmfer'verwige
bloemen, en bladen im Knis-wortel,
De voet van de bloem wordt onderfteunt door ecn kelk. die
uit y.er kleme, bootsgewyze, en van die der takken eeheel verkellcje,
dat maarvan drie blaadtjes, die wel kleine?, maar van
de zelve gedaante ils de vorige zyn, ïamengcfteit is.
Het zaadhuisje, zyne rypheit verkregen Kebbende, fplyt ïich
invierbootjes, engeeftïeerfynezaadgryntiesuit. "
de GoerHoôV." ™ "" ""
t w e e e n t w i n t i g s t e tafereel .
Num. St. Jahhhmdt -VM de Kaap, met
fmalle, gekormne, bladen, en gele
bloemen.
Onder aile de foorten van 't St. Jakobskruidt, die aan de Kaap
de ^oedc Hoop groejen, mag dit met recht de koningin van &
^ „ ^ " " " " n ' worden,van wegens zyne uitnemende kracht, en
aangenwie bloem. Het is in het jiar i6o± overgekomen in den
ho van den Heere Philip A Fìines, zonderlingìiefhebber van
DeToTOMs™-'
naar fpecerycn.
anf Ima î' een vingerzeef
onnk, f doorfneden, aan weêrkaSen
W ecïïcrùfdn^h •''"r"' " ^^ "Tft' geven
De toMen H ' kleini fcherpigheit, van zieh
Tom 7 der ileelen verdeelen zieh in vele uilfpruitfds, die
Dit foort van S. Jakobskraidt behoeft voor seen antier m
groencn eenigzins purperverwigen ftecl, meet dan een voet hooi?
opgeett. s»
De onderfe bladen zyn teder, zonder fmaak, drie duim lang
met diepe zaagsgewyze infiiydingen, en met zeer korte haairtfel
bezeti maar die mt het bovenfte van den ftara voortkomen, zyn
eu wcinig tandsgewyze
se uiven. ^ ^^
ï
I'll' . r ^ î i