t h e s a u r u s .
Gaulis & rami Migiantur in flores exiguos, albicamesdifcoideos radiaros,/quohim pétala marrin.
Flores utplunmum mcon,pofi„ fune, quorum origine prmn«, & major medium locum occopat.' •
n^ucrona., „¿.bus adZ^iÍ Ä m^mmm
N u m . 5. Campanula, Afncana, humUis, pilofa] flore. ex albido lan^^idé purpureo.'
In digidem proceritatem adolefcir, cauliculis rigidiufculis, ¿ nuibus prodeunt ramufculi brevifíimi
^ . Í m f e - ^ - ^i^-es, „ e e. Pro:
tres lac.n,as, fibi nw.cem proxm.è adfitas,' (uf^de f mina, purpureis donata apicibus, quma numero. ere .ndtk^l" ;; 5 find.tr roPüe uon t öc ibidem fta- T A ß U L A DECIMA SEPTIMA.
N u m . I. Ltlto-Naraffus .• Polyanthosfiore incarnatofundo ex luteo alhefiente.
Ita florera hunc venuftiflimum nominar Ci. Sloane, Tarn in aiU, Jilh.n,
flore. Bella donna, diBum, Herrn. Par. Bat. i<,4. ^ ^ ' ' Ì««"'" Num. Exhibet caulem Lilio-Narciiìi hujus, una cum Mis.
Num.3. Ltlto-Narcijfus, Japmkus', rutilo fiore'. MorÌ£ H. Oxoü.
Tom. II, p. 367.
158 NarcTorum hunc Familia inferir, nomine Narcijß, Japonid, rutilo fon Sed QUO
Num. 4.
Maar om wederom tot onze vorige plant te ¿omen. Vic hct
middeníle mveltje van de blocm íbeckt cen fteiltie uit met zeer
korte,Witte,haairtjesbezet, 't welk van onderen dunner en witachüg
isi maar naar boven toe dikkef en donker pnrperverwig
wordende, zieh m dne deeltjes fplyt, die cch,ter 20 di Ì t by mal?
kander zyn, dat men fchier geen fpleteri bemerken kan. Üit de
zelve plaats komen ook voort de diaadtjes, o f vefeis, in 't Latyn geh
r u i f Ä v 7 l ' " """ P^P^-^geinopkcnsaaa
De (lam en de takken zyn gek
zynde van dat foort, " : klein e bloe-
't Lzty^i DifcoitJei radiati
T4™' ' SCi^'ï" f^ h ? « I 'lis rondoni geftraalt zyn.
Hare randblaadtjes zyn zeer klein, plat, en met cen zwart twL-
^ k u g ftedtje voorziens maar de binnenfte blaadtjes zyn buisaehîlèeÇretiVLfvoTzIn'.
™ "" ""
drie en drie , waar onder de
grootlle en eerll voortgekomene de middellle plaats houdt.
N u m . 5. Lege, haairige, Klohkens, uit Afrika,
met een hloem, zynde uit denivittenßaaww paars.
vinger Hoog, met ftevige lleeltjes,
u,t welke vooitkomen van onderen tot den top toe vele
zecr kortc takskens, die bekleed zyn met fmalle, puntige, en
tófíc®™"" ' ™ "y^^ hiairtjes
Dc bloemen fpraiten uit de topeindens van den licei en de
takjes, zynde kloksgewyze, naar mate van de gehele plant, viT
p o o t , n.tftekend fr..ai, zonder renk, en hebbcnde hare boor ï
tjes naar bu,ten omgcbogen, die in vier brede, korte en punti-
Re, mt den Witten flaauw paarlTc fneedtjes verdeck zyn, terwyl
• ae nu,s van de blocm kort cn wit is. Tuffelicn die fteedties en
delloembu.zenzietmen, voornamentlyk van binnen, cen dubtc
i e T'ï ••"hdie
o„'gef;k;a,rîén:t'e"y^Î^
b c S l v ! ! ! " ? ; ' " ' ! . ' , ' ' '? "Vf blaadtjes verdeelt,die,
bchalvcn datze klcmder zyn, anders met dc bladen van dc Helen
^.get,'ï^'cïÎzr"'
' i a ' '""'•t ^''n dczc plant, wiens haairties
o t z S n " r / - r - 'f ^ K- P dc Goedc Hoop
S . /,' l'°ui»clitige hcelto- opgcwalTen.
ZEVENTIENDE TA F ERE EL
N u m . I. Veel-hloemige Lelie-Narcis, met' een I j f .
• hleurige hloem, luiens onderße gedeelte uit
• den gelen •witachtig is.
p e H e er sioane, ? «^. t i j - , noemt dezc blocm dusdani?, die
anders by den Hre. Hermanns, Par. Bat. .54., ondcr dcn°râ™
v a n i i i i . , mt Amtrica, met. bruin-nde bbcmm, Bella donna echetcn,
gevondenwordt.
blatoi™' dit bloemgewas, met zync
N u m . 1.- Japanfche Lelie-Narcis, met em'vum'
rode hloem, van den'Hre. Moriibn, H.
Oxon. Tom. I I , p. 3 ¿ j .
Cornât. ifS. ftcltdezcLelie-Narciî onder liet geflacht der Naiciflen,
met den naam van Japanftie Nards, met een v»ur-rod,
Hoem Maar terwyl zy, gclyk de voorgaandc, de kentekcnen en
van de Lclicn, en van dc Narcillcn drangt, zo is het, dat de
• naauwkeufiglle kruidkenncrs aan haar beide lievet zulk een zamcngcllclden
naam hcbbcn willen gcven. Num. 4,