74 R E R U M N A T U R A L I U M
mum. In montium altiffimis habitat id avium genus, Eruds, Mufcis, & Scaabxis viñitans. fecundum rtlationem
Niercmbcrgii in H^. Exotic, I. c- 44-
N u m . 4. Emca, nigra, fiinis alhis hórrida.
H s c , zx nigro & albo variegata, Ani avis pabulum eft.
N u m . 5. Mus, Mexicams, maculatus.
Pilus paffim albicans eft, cum interpofitâ ruffi mifturâ; .albicat & caput: ad latera vero veiitris utrinque
macula: mfignes, ruíFx, confpiciumur. Pilus elt admodum mollis S: fiibtilis.
T A B U L A (QUADRAGESIMA ET SEXTA.
N u m . I. Hircus Curajfavicus, mm cafella, inter fe concreti.
Monftrum hoc, liquori immerfum, ex Curacao ab Amico noftro optimo, D. FreJerico Ek, cujus in
villa exclufum erat, nobis transmiffum eft. Vixerat ibidem per triduura, formarque eft admodum p.-iradox£:
fiquidem bina habeat capita, quorum unum partibus omnibus, eo pertinentibus, gaudet; .alterum
vero cum priore per concretionem penitus confuium eft, ita, ut, prxter binas auriculas, breviores
quidem, quam bins alix funt, de eo nihil confpici q^ueat amplius. Totum vero animal ngidioribus
pilis hifpidum eft, & pedibus, bifulcis, valde magnis, donatum. Pilus ex obfcuro fpadicei eft colons.
Dignillimum vero notatu eft, quod monftri hujus altera pars foemellam, marem altera videatur exprimere.
N u m . 2. Felis, Ámericanus, catulus, monßrofus.
Biais hoc monftrum felibus conftat, qui unum duntaxat in caput cocunt, fuis abfolutum numeris,
absque ullo alterius veftigio. Peftoris ab oflibus mutua incipit unió ; &, fiquidem os unicum fatis innerere
potuiflet pabuli pro utroque corpore fuftentando, niliil obftat, quo minus in vita fuperftes manere
valuiflet animai. Bini tantum pedes ei funt anteriores ; pofticum corpus ad peftus usque perfedè geminum
eft, binorum inftar felium catulorum, coloris ex nigto fufci. Pedes in longos quafi dígitos, aróculatos,
longis incurvisque unguibus prxditos, fiffi funt.
N u m . g. Paradifiaca, Ternatana.
Ob piiturx excellentiam Avis, Vea Tematema, vulgo vocatur. Roftrum ejus longum, flavum , rca
a m , acuminatum, quale Picx, eft. Caput, cervicem, & colli latera utrinque pigmentum dilute cxruleum
jucundiflìmum ornat. Anteriora colli, peûus, totumque abdomen, cum inferna caudx lonÍ
;iflimx Êicie, nivel funt candoris. Albicantes peñoris ventrisque plumas faturatè cxrulea varieptio vemi
obumbrat. Ak & dorfum colore faturatiífimé Cyaneo, ad nigrum vergente, piíU, intermiftis plumulis,
fchyn koftelyk geíiert. Deze vogelen o kolfelyk ^ ^ nthouden zieh op. hog e
^ n, en levcn van rupfen, vliegen en torren, gelyk Nterembergia^
T van getuigt Hifi. Exotic. Iii/. X, cap. 44.
Num. 4. Gedoomde Rups, Stuart en luit -van
Deze Rups dient tot voedfel van den vogel ^/i;'.
Num. 5. Fraaie hmte Mexikaanfche Muis.
Zy is doorgnans wit, met rosachtig haair. Hcc hoofdt is oofc
wir, en aan we^rzyden van 't lyf zyn grote, rofle, plekken.
Het haair is zeer fyn.
Z E S EN VEERTIGSTE TAFEREEL.
Num. t. Curafaufche Bok, met het Geitje
Dit vranfchapen dier is ons van Curaçao in liquor gezonden
van onzen goeden en genegcn vriendt, "den Heere Frederik Ek^
op Wiens plaats het geworpen is. Het zelve hadc drie dagen
daar na geleefc. Het is ecn feldzaam waiifchepfcl, mec twce
hoofden. Het is volkomen met alle de dclen,die daar aan bchoren.
Het twede hoofdt is ganfch in 't eerfte vergrocit. Mcn
ziet *er niet meer van dan de twee ooren, die korter dan de aadere
zyn. In 't geheel is het zeer ruighaairig, en groot van gcklaauwde
voeten. Het haair is donkerbruin. Dat opmerking
verdient, is, dat de cene hdfl een gcitje, en de andere cen bokjc
ichynt te zyn.
Num. 1. Wandrochtige Amerikaanfche Kat.
Dir wangedrocht zyn twee Weft-Indifche Katjes , met een
hoofdt, dat volkomen is, zonder iets van de andere te kunnen
zien. Zy zyn met de borftbenen aan
den hebben kunnen levenj want me
hoofdt zouden zy voedlelgenoegvoor
ben kunnen nemen. Daar zyn niet
voor hen beide. De twee achterly ven,
volmaakt, gelyk twee jonge Katjes,
ten zyn lange klaauwen, als vingers
kromme, nagelen.
Num. 3. Paradys-vogel van Ternate.
De zelve wordt wegens zyne heerlyke vcrwen gemeenlyk de
Ternataanfche ylfgeilvogti gcnocmt. Hy heeft cen lange, gelc,
gelyke, puntige, bek, als de Extcrs. Het hoofdt, de nck, en
de hals aan weerzyden zyn met het allcrfchoonlle licht blaauw
gcfiert. De onderhals, de borii:, en 't ganfche^ondcrlyf, met
de lange onderIhiart,zyn fneeuw wit. Aan de borii en 't onder-
]yf is hy mei hoog blaauw over de witte veéren als befchaduwt.
De vlerken en 't bovenlyf zyn hoog donker blaauw, naar 't zwait
hellcnelkander
gegroeit,
t den mondt van het eene
hunnebeide ligchamen hebmeer
dan twee voorpoEen
van de borll af zyn, Ganlch
zwart bruin. Aan de po-
, met leedtjes, en lange.
: J - i l
1:1
JL