102 .R E R U M N A T U R A L I U M
N u m . 3. AvkuL, Mexicana, Cyaneo colore wnuftijfima.
Minufcdo c capitello roftrum porrigitur longum, iiicuivura, cjuali Mellivora: gaudent.
N u m . 4. Tardus, niger, Mtxicanm.
R o f t mm flavus, plumas vero, fub caudâ hoerentes, albus pingit color. Csterùm noßratibus fat prop
è aecedit Mexicanas iíle; nifi quod multò procetior longam, latamque gerat caudam, uti in Hirundinibus,
bifidam. Dorfumcauda, coeruleo quafi tono oblita funt.
T A B U L A SEXAGESIMA ET SEXTA.
N u m . I. Tica, BraßUenßs.
Amceniflìmis mirum in modum piita coloribus Avis iftbaîc caput, tlioracem, ventrem, & femoi
a , mollilTimis plumulis, lanuginofis. Rubini fulgore confpicuis, veftita oftentat. Pedes, çumdigitis,
roftrumque longum, fubincurvum. Sc acuminatum, flava funt. Alx extus, è fufco & nigro varioe,
introrfum dilute lutea:, veftitricibus fupra iàcuratè rubicundis praetexuntur pennis. Remiges vero penniE,
& cauda, dilute coerulei funt coloris.
N u m . 2. Cuculus, Bri{tlienßs, wmßiffime piäus.
Rollrum ejus dilute rubrum, breve, & incurvum eil, quale Pfeudo-Pfittacorum. Caput, pariter
dilute rubrum, criftâ ornatur faturatius rubente, ex nigro variegata. Dorfilm quoque (atúrate rubicundum
eft : at dilutiorem ventris ruborem nonnulla dillinguunt p lumuk flaventes. Alas dilute rubentes
fuprà inveftiunt pennx, flaventibus etiam aliis interftinitx. Pennas remiges, longamquc caudam, faturatè
flavo confpicuas colore, umbra quafi nigricans obfufcat. Utrum & Avis hxcce, infl:ar Cuculorum
noñiatium, voce fua nomen ipfi inditum exprimât, ignoramus.
N u m . 3. Avis Paraäßaca, Americana] elegantijßma.
MiíTam hoc fub nomine accepimus Avem banc ex infulis Barbicenfibus. Caput, & collum, aureus
tingit color: hisque & roftrum concolor eft, incurvum, àcutiflìmum,nonnullisque fimul prxtextum pluinuiis,
rubicundis. Flavi etiam cum digitis pedes funt. Peitus, & dorfum, dilutè Aurantiâ nitent fiavedine.
Idemqus color, at (aturatior, in rubrum vergens, pennas remiges, & caudam ornat.
N u m . 4. Hirmdo marina, indigena.
Aves iftx xftuante Oceano inde ad littora fefe conferunt, mihique aliquoties &c v ivx, & mortua:,
Zandvootdiâ allatx funt. Odorem vero Ambari grifei adeò fbrtem fpirant, ut vel una «ntum viva, aut
mortua ,
Num. 5. Zar ßerlyl hlaaww 'vogeltje, gelyk
de blaawwe korenhloemen.
Het is zeer klein van hoofdt, met een langen,krommen,bek,
gelyk de honing- of bloemzuigcrtjes hebbcn.
Num. 4. Zwarte MexHaanfche Laßer.
Hy heeft een Kle bék, eft ondèr den ftaart zyn de vecren wit.
Zy komcn met de inlandfche byna overeen^ doch deze zyn veel
groter, en hebben een langen, breden, ftaart, die iu iwcci.
verdcelt, plyk die der zw^tüwdn. Over den rug en ftaart is e
blaauwe glantch als over been gelegt.
Z E S EN ZESTIGSTE TAFEREEL.
Num. I. BrafiHaanfche Exter j of Pe^er^eeter.
Dcze vpgel is raet ongemeen fchone koleuren van veÄrcn vcrfiert.
Het hoofdt is met zachte, donzige, ve^rcjcs, als Robynrood,
gelyk 00k de borft en het onderlyf, als mede de beuten,
gekolcurt. Hy hecft ecn lange,cenigzins krom gebogene, puntige,
gele bek. Dus zyn 00k de bcnen cn poten. De vIerken
van buken Zyn bruin en zwart j de wickcn naar binnenwaarts
fchoon licht geel, bovcnaan hoog rood, over de kleine vedertjes.
De vlerkpennen en ibart zyn licht blaauw.
Num. Schoon geteliende, gekuifde, Braßliaanfche
Koekoek.
Hy heeft een licht rode bek, kort en krom, gelyk de baftaard
Papegaaien. Het hoofdt is licht iood , en de kui£ wat Hoger
rood, met zwart uitgemonftert. Het bovenlyf is mede donker
rood, en van onderen lichter rood, met eenige gele veirtjes
doormengt. De vlerken van boven zyn fchoon licht rood, mec
fiele Vetren tuflchen de andere in. De pennevlerkcn cn lange
ftaart zyn fchoon hoog geel, met zwart als befchaduwt. Of dcze
vogel zynen naam roept,gelyk de inlandfchc doen, is cm onbekend.
Num. 3. Paradys'vogel uit Weß'lndie.
Dit fierlyke beeftie is ons van de Barbiesjes gezonden, ondcr
den naam van Weit-Iridifche Paradysvo^el. Des zelfs hootdt
en hals zyn goud-gecl,als mede de bek, die krom cn heel puntig
is, daar eenige licht rode vefirtjes om heen zitten. De benen en
poten zyn mede geel. Hy is over de borft cn het bovenlyf licht
Oranje-geel. De vlerkpennen en ftaart zyn wat hogcr Oranjegcel,
en als met rood vermengt.
Num. 4. Zee-Zualuiv.
Deze inlandfche Zce-Zwaluwen komen 's ¿omers met ongeiluim
weer aan 't ftrandt vliegen, zyndc my eenige malen van
Zandvoort Icvendig , en ook dood , gebragc. Zy hebben ecn
Itcrkcn reuk, als die van Amber de Gries. Als 'er maar een van
M 1
> Í
w
ILI