Onder N° 14 deelen wij er eene mede, die niet, zoo als hare drie opvolgende
stukken, een jaartal draagt.
Op de vz. ziet men den Aartsengel Michael (met een schild voor de borst,
waarop het kruisteeken zieh vertoont, en met een kruis op de muts; verder met
een heiligenschijn öm het hoofd), die den draak vertrapt en in zijnen bek
eenen staf duwt, waarvan het boveneinde met een kruis voorzien is. Het om-
sehrift luidt:
SKNCTVS * MICH7SSL * ®RCH®NGEL *
dat wil zeggen: De Heilige Aartsengel Michael. ,
Op de kz. vertoont zieh eene kogge of middeleeuwsch schip, waarin voor de
mast een kruis staat. Aan de twee zijden van het kruis ziet men de letters:
W. B.
ons vroeger reeds voorgekomen.
Tegen het gangboord of dek van het schip is een wapenschild gehecht, waarop
zieh een dubbelstaartige leeuw (die van Bronkhorst?) bevindt. Het omschrift
luidt:
moxism® % nov® * ®vrs® * B®meßB
De oud-Duitsche letters op deze munt, in den tijd van Heer Willem van
Batenburg, moeten alleen gezöcht worden in de zucht'om de Engelsche type,
zoo veel slechts mogelijk, te volgen.
G. weegt 4,8 w. Z6, als ons alleen (zelfs nergens in afbeelding) voorgekomen
in het Kabinet van den Kolonei de ro ije van wichen te Nijmegen.
NM 5 heeft op de vz. eenige kleine verscheidenheid in de afbeelding, echter
niet noemenswaardig. Het omschrift is thans geschreven:
S®ßGNVS . OTGH®SIi * ®RGH®KGSIi *
Op de kz. bevindt zieh, tegen de zijde van het schip, het gedeelde Baten-
burgsch-Bronkhorstsche wapen; daarboven ook de letters W B , en in den rand:
moßsm® ♦ nov® * ®vbs® * B®m * ® * Mi.
Dit laatste beteekent anno (MD) LXI, en toont aldus het muntjaar aan.
G. weegt 5,1 w. Z6 , als ons alleen bekend in de verzameling van Professor
sekruke te Gend.
Is afgebeeld onder anderen in de Ordonnantie. [in quarto, gedrukt te Antwerpen
bij g u i l l i a em van e a r i j s , MDLXXVIII] om van nieus te publiceren
het Plaecaet ons Heeren des Conincse van den xi Novembris lestleden, waer by
andermael voor billoen verclaert zyn alle goude ende eiluere stucken o ft penninghen
van den- Graef van den Serch, Heel, Vianen, Datenbor eh, T h o n , Horn, Gruns-
velt, Hmpden, Geevaerden [Jever] en Dechern, ende alle andere niet begrepen
ander den voet van !t Heylich Dyck. Ende aenmerckende de sehe so ghecontre-
fe y t zyn dat men die qaalyck can onderkennen, soo syn hier na volghende in drucke
ghestelt alle de verboden petmingen van de voorschreuen Heeren: met de speciß-
catie ende diferentie van de goede tusschen de quade , ende bezwrdere van de Du-
caten van Hongerien; in het Thresaor oft schat van alle specien [Antwerpen
1580] enz. In de Ordonnantie heet dit stuk; //Angelot van crancken alloye
« gemunt te Batenborgh met eenen Leeu ende vier scherkens inde wapen; ver-
«claert voor billoen.//
N ° 1 6 verschalt bijkans alleen in jaartal en in de scheidingsteekens tusschen
de letters van de vorige munt.
Op de kz. leest men thans:
■ a io n sm ® * n o v® * ®v r s® « bkw * ® * w m .
G. weegt 4,93 w. Z6. Eigendom van den Heer k e er te Amsterdam.
De NM 7 wijkt weinig in type (alleen ziet men op de kz. eene O onder het
wapenschild’tegen de kogge aan gepiaatst), maar des te lueer in den vorm der
letters van het omschrift af van de zoo even beschrevene.
Om de vz. staat thans:
SANCTVS I MICHAEL i ARCHANGEL t
En om de kz.:M
ONETA i NOVA * AVREA J BAT % A° IL X II £
Deze munt is dus, even als de N" 15, in het jaar 1562 vervaardigd
geworden.
G. weegt 4,95 w. Z6. Ons alleen'bekend in de verzameling des Heeren k e er .
H eylen zegt, in zijn boven aangehaald werk op bl. 125, omtrent deze
munten: //De Angelotten hielen in alloy 21 karaten en in gewigt 4 engelsche
7^ äsen.. //
Thans gaan wij o-ver tot de zilveren munten , die., terwijl ze thans zoo
22*