„Die Remedy i greyn.
„Die Koipman sali hebben xvij gulden myn v stuver.
„Den Sleheschat vj stuver van iij merck wercks.
„Op ten snede nxiiij.
„Den halvèn stuver sali halden ij dn. ix greyn.
„Die Remedy i greyn.
„Den Koipman xvij gulden myn v stuver.
„Den Sleheschat viij stuver van i merck fyns.
„Op ten snede xxxvij worp.
„Die muters sullen halden i d. ix greyn.
„Die Remedy i greyn.
„Den Sleheschat vi stuver op i merck fyns.
„Op ten snede Lxxxiiij worp swartz.
„Item, die groitken wyt.„ '
Langen tijd hebben wij geaarzeld in de bepaling van het jaartal op de munt,
mede halve stuiver , die wij mededeelen onder N" 4 van ons Supplement Nijmegen,
doch bij herhaalde beschouwing meenen wij te moeten aannemen dat het .1524
zal zijn.
De vz; der munt heeft de type der zoo even beschrevene Stedekjk-Nijmeeg-
sche halve stuivers, namelijk den leeuw die het wapenschild in den regier voorpoot
houdt. Omschrift:
ÍBORQN2S • BOV2Ï • ROVISB2ÏGSBS.
De kz. bevat een versierd en gevoet kruis, dat de munt in vier gelijke deelen
scheidt. In die deelen ziet men beurtelings lelien en leeuwen. Omschrift (ìm-
mers gelijk wij lezen):
K B B O i D B i s íB S I Gcececaa I R i tm i .
Het gewigt is 1,1 w. De ZÄ; ons alleen voorgekomen in de verzameling van
den Heer 1“ Luitenant de vbije te Arnhem.
N” 14 een zeer afgesleten exemplaar van een muntje in de verzameling des
Heeren guyot, waarvan ons, tot on3 leedwezen, tot dus verre nog geen duide
lijkér is voorgekomen.
Vz. Naar het schijnt de beeldtenis van den Heiligen Stephanus. Omschntt :
.................... PRONO
Men ziet hier de juiste spelling van het woord protomartyr.
Op de kz. vertoont zieh het stadswapenschild in een cirkel.
Het omschrift is :
iBOB BOVK . . . . ©BSIS.
Z. B. weegt in deszelfs tegenwoordigen toestand 0,6 w. en is van Z6.
Zoude de naam misschien ook Muter geweest zijn ? Wij meenen zulks bijkans
te mögen aannemen.
Bij de rangschikking, ter afbeelding, der zilveren munten, hebben wij ons,
bij ontstentenis der noodige bewijsstukken, voornamelijk laten leiden door den
vorm der letters.
N° 15 is de Snaphpfln (1), die reeds voorkomt in het bij de munt N° 1 aan-
gehaalde nnieuw Nvaluadeboeexkenn des jaars 1526. De munt is dus ongetwij-
feld uit den tijd van Hertog Karel van Egmond, met wiens Snaphanen zij dan
ook eene zeer groote overeenkomst heeft.
Op de vz. ziet men den Heiligen George of Joris te paard (althans daarvoor
meenen wij het ruiterbeeld te mögen houden, wegens het kruis dat het op de borst
heeft), met gepluimden hoed op het hoofd en een zwaard in de regterhand,
boven een ter aarde liggend monster, naar de regterzijde rijdende. Omschrift:
iv s r c v s * vrn* PK iiißK * FiiORGBim
d. i. de regtvaardige zal bloeijen als een palmboom.
De laatste letter is, wegens gebrek aan ruimte, van zeer kleinen vorm.
De spreuk, ontleend aan de vulgatavertaling van Psalm XCII, 13a, schijnt te
doelen 'op eenigen twist tusschen den Hertog, wiens munt men nabootste. Dat
die type toch nagebootst is, kan men bespeuren bij vergelijking met de munten
op pi. XVIII van ons werk: Be Munten der Graven en Hertogen van Gtilderlanä
(Haarlem 1852).
De kz. bevat, even als gemelde Hertogelijke munten, een buitengewoon versierd
kruis, zoodat een in de Numismatiek onbedrevene het niet ligtelijk als kruis
(1) Snaphaan heet oorspronkelijk die muntsoort, waarop een gewapend man afgebeeld
voorkomt, dien het volk voor een roover aanzag, want volgens kiliaen was dit de oude
beteekenis van het woord Snapkaen.