»zal getreeden zyn. lk zou zelvs beschroomd zyn van my over geld met de
» woorden van moneta arnhemensis (in Museo Numario Milano - Viscontiano,
„p 14 3 > 144) en over veele, zo gewilde, stedelyke munt-privilegien te ui-
„ ten (1); edoch dat Arnhem moerkens of muterkens sloeg, wierdt van my reeds
»bewezen op bl. 39 van de Sronijk van, Arnhem« [uitgegeven in 1790],
Wij lezen aldaar op het jaar 1461:
« Item in dit jaar hebben die Kerckmeijsters averknmmen mit Evert Mes, dat
»hij maken solde eenen helder, die halden solde aan fijn silver enen penninok
« ende xv grijn int merrick, te remedie een grijn, ind daer solden ’er gaen eit
„■t troysche loet lxxii stuck, ind daer van sol der Kerck hebben x derselver
« penningen van yder merck.»
Verder vervolgt v. hasselt op bl. 216 van Deel I der Amhemsche Oudheden:
»Dat Arnhem moerkens of muterkens sloeg — -mach verder uit dit.stuk be-
» toogd worden:
»»Dese naebesohreven Scepenen hebben geconsentiert ind beliefft dat euert
nn mess moerkens sali munten mögen, jn sulcker valoer ind weerden, daer myt
»»hy zyn eer ind gelymp vermeynt to verdedyngen bij den ghenen, die dess
»»verstant hebben, by verfall jn desen supplioation. aengetagenmyt wyder
o« Inhalte der seluer supplication. Daer van die kercke jaerlicx hebben sali te
»»sleeschat xxx g. brabantz xx valuerde str. b. vur den g. allet tot reuocatie
»»der stadt amhem. Actum op ten xi dach mey anno lxi.«» j
Maar de Heer van hasselt , ons dit stuk mededeelende, hetgeen men ziet
dat uit den tijd der regering van Hertog Aamoud dagteekent, vermeldt niet,
(iets dat ons uit zoo dadelijk mede te deelen Charters zal blijken) dat gemelde Hertog
Aamoud aan de Moederkerk van Amhem, eertijds gewijd geweest aan den
Heiligen Martinus of Maarten,' kort na hare herbouwing tot de tegenwoordige
(1) Het blijkt uit het bovenstaande, hoe weinig bedreven in de Geldersche Numisma-
tiek de andere in Geldersche oudheden zoo doorknede v a n h a s s e l t was. Hij maakte
toch volstrekt geen onderecheid, gelijk aan onze lezere blijken zal, tusschen de Herto~
gelijke, te Amhem geslagene munt , en de kleine aldaar vervaardigde Stedelijke muntjes.
i ’ v. D. c .
Eusebiuskerk, het privilegie heeft geschonken om, ten einde in de kosten van
den volkomen opbouw te voorzien, het voordeel te mögen genieten op den
muntslag van nader te vermelden kleine penningen; wij zouden thans zeggen
kleine mimten.
Na het «afbreken der St. Maartenskerk werd op de zelfde plaats, ten jare
1452, door Hertog Aamoud van Egmönd, de eerste steen gelegd der tegenwoordige
Groote of St. Eusebiuskerk.
[In 1538 is in deze kerk Hertog Karel van Egmond onder eenen steen van
wit albast begraven.]
Het «orspronkelijke privilegie schijnt verloren gegaan te zijn; «lthana de ge-
dienstige Archivarius van Gelderland heeft het ons niet kunnen bezorgen.
Uit het bovenstaande blijkt echter dat, ten jare 1461, Evert Mess waar-
schijnlijk een Amhemsche goud- en zilversmid, belast werd moerkens van stads-
wege te maken; uit den inhoud schijnt het te blijken dat de man dusdanige
zaak vroeger niet bij de hand had gehad.' Wij lezeh toch: »daer myt hy zyn
»eer ind gelymp (1 ) vermeynt te verdedyngen by den ghenen die dess verstant
«hebben.»
En welke zijn nu die moerkens door Evert Mess vervaardigd? Wij meenen,
aangezien het'stukje de type der gelijktijdige munten van Hertog, Aamoud draagt,
dat de N° 1 van onze Plaat VII het bewuste moerken, muterken ofmijtjeis.
Het heeft op de vz. het stedelijke wapenschild van Amhem op een gevoet
kruis geplaatst. Omschrift:
'S," GTSnWVS (sie voor sanctus) ° ©VSEBIVS.
Op de kz. ziet men een gedeeld wapenschild boven eenen parelrand; in de
eene helft van het schild vertoont zieh als de balk van Oostenrijk; in de andere
een klimmende leeuw. Omschrift:
*i« MOKS1I17! . UOV2S »2SSR
Z. B. weegt 0,3 w. Z5. Aan ons welwillend door den Heer bmits , Schrijn-
werker te Amhem, ter opneming in ons werk toegezonden.
(1) Met gelymp of hy gelymp is voegzaam, hetameUjlc. Vergelijk n i j h o f f , Qedenk-
waardigheden, D. III, bl. 801. Dus eer ind gelymp zoo veel als eer en goede warn.