ook de geleerde Archivarius van Gelderland, en de kundige Predikant van Deil
en Enspijk, Dr. Römer , eenig spoor vinden van betrekking tusschen de Heeren
van Hulhuizen en het dorp Enspijk in Tielerwaard.
Niet ver van Hulhuizen was het oude Herespick of Herispick, over welks
ligging" door van spaen in zijne Inleiding enz., Deel I , bl. 22—24, in het
breede wordt gehandeld. Waarschijnlijk is de naam van deze plaats onder de
letters in het medegedeelde omschrift vermeld.
Er staat niet op de munt kers eps, welk laatste eene verkorting van het woord
episcopus zoude kunnen zijn. De zaak is en blijft ons nog steeds duister.
Rood K. weegt 8,8 w. Z4 , als ons bekend, behalve in de Verzameling der
Leidsche Hoogeschool, nog in die van de Heeren j. v a n dam dwz. te Rotterdam
en j . a . s tric k e r te ’s Gravenhage.
KRANENBURG.
E r zijn ons twee munten van Heeren, of waarschijnlijk beide van den zelfden
Heer van Kranenburg of Cranenborg voorgekomen.
Deze Heerlijkheid, gelegen in de landstreek genaamd de Duffel, welke vroeger
tusschen de Graven van Kleef en Gelre verdeeld werd, heeft in ons oog
eenige overeenkomst met de Heerlijkheid Anholt, en het is daarom dat wij hare
munten hier eene plaats geven.
Van spaen zegt in het vierde Deel zijner Inleiding tot de Historie van Gelderland,
waar hij een belangrijk opstel over de Duffelt mededeelt : // $ 93. Het
„grootste gedeelte der Duffelt behoorde aan de Graaven van Gelre, en zonder
„ ¿j eene uitvoerige bepaling der plaatsen te treeden, die verveelende zou zijn,
,/ vergenoegen wij ons te bepaaleh, dat de Oranenbwrgsche watering one toeschijnt',
u de grenzen tusschen de landen van Gelre en > Cleve, g&veest te zign. De Graaven
van Gelre stelden aldaar eenen Richter of Amptman aan, die veelal dezelfde
» persoon als de Borchgraaf van Nijmegen schijnt geweest te zijn ;ir enz. enz.
Men vindt, voor zoo verre ons althans bekend is, nergenä vermeld, dat de
Heerlijkheid Cranenborg of -borch het muntregt zoude bezeten hebben.
Zulks blijkt echter uit de straks door ons te beschrijvene munten.' Zij zijn
waarschijnlijk beide, eene derzelve zeker, geslagen geworden door Dirk van
Hornes, Heer van Perweys en van Duffel, die gehuwd was met Katharina Ber-
thout, vrouw van Duffel en Gheel. Hij komt onder anderen voor bij n ijh o e f
in zijne Gedenkwaardigheden, D. I I , bl. 109, onder de Geldersche Edelen, die
den Landvrede of het verbond tusschen de Heeren, Ridderen, Knapen en Steden
der landen van Gelre en van Kleef, ten jare 1359, bezegelden. Hij
stierf in 1380.
Hij was ook in zijn leven voogd van Jan van Cuyck, in welke hoedanighéid
hij eenen hotdrager sloeg, dien wij later hopen mede te deelen in onze Munden
der Heeren en Steden van Hrahand en Mrribwrg. Het omschrift dier munt luidt :
TijSODSRIßVJS : DEI : GRE : DRS : DE : PERVIERS.
Aan de andere zijde:
MOHETE: DE: GREVE, enz.
De door ons in dit werk opgenomene munten zijn de volgende dubbele grooten -.
N° 1 heeft op de vz. eenen dubbelstaartigen, gekroonden, klimmenden leeuw
binnen een compartiment van acht bogen, alles gevat binnen eenen parelcirkel.
Omschrift:
% MORSTE i €CRERSBORSßSIS.
Op de kz. vertoont zieh een allerfraaist versierd kruis (zoodat het voor eenen
in de Numismatiek oningewijden niet als zoodamg te herkennen is), zamenge-
steld uit drie banden, waarop vijf roosjes. Het kruis eindigt in bloemen, tusschen
welker uiteinden aan de vier zijden even zoo vele leeuwtjes gezien worden.
Tusschen de vier beenen des kruises vertoonen zieh even zoo vele kleine
arenden; alles is binnen eenen parelrand gevat. Omschrift even als op de vz.
(een blijk van groote armoede van geest):
MORSTE : GCREßSBORSßSIS.
Z. B. weegt 2,6 w. Z°. Eigendom van den Kolonel de r o ije van wichen
te Nijmegen.
N° 2 is eene munt, in type genoegzaam niet van de vorige verschillende,
doch wel in de omschriften. Dat op de vz. is:
* TfjSODRIQVS i D ß l i PSRVSS