Wat het Kuiienburgsche wapen betreft, zie men f . van mieris , Beschrijving
der Bisschoppelijke mmten, enz. oct. uitgaaf, bl. 242, blijkens zijne aanhaling,
volgens de beschrijving van dat wapen in de Cmnoiss. Ebauch, de la Noblesse
dUtrecht, page 45. Zie breedvoeriger vermelding van hetzelve, door slichten-
hobst in zijn meergenoemd werk gegeven, eerst van de wapenscbilden der Greven
van Teysterband en Heeren van Bosicbem, voörzaten der Heeren van Kuilen-
burgh, op bl. 53b, § 96 en art. gerbrand. Vervolgens van de verandering
door Hubert, tweeden Heer van Kuilenburgh, wiens vader deze Heerlijkheid
bad .gestiebt, »in zijn wapen gebragt,» op bl. 541', en die, welke naderharid
zijn zoon Jan en kleinzoon en naamgenoot Hubert daarin bragten. Deze laat-
ste verliet de wapenen van Bosicbem en Teysterband, uitgenomen bet helmtee-
ken, en nam dat van zijne oude moeder (grootmoeder) Johanna, dochter van
Zweer [Zweder] van Zuylen, alleen aan en sierf in het jaar 1272, bl. 54h,
55a. Zie ook voet van oudheüsden, Hist. Beschr, van Oulemborg, enz., waar
hij op bl. 14 zegt: »Scboon deeze Heer Johan (zoon van Huibert, tweeden
Heer yan Culeinborg en kleinzoon van Roelof, Heer van Bosicbem en eersten
Heer van Cidemborg), welke die stad in 1144 voor zijnen zoon Huibert ge-
bouwd bad, zie bl. 11 in bet zelfde werk, »en nog eenige van zijne navol-
gers den naam van Bosicbem behielden (want hij wierd genaemt Jan van Bosicbem,
Heer van Culenburg, Bitter) zoo heeft hij dog zijns vaders wapen
verlaeten, zijnde een guld schild en daarop drie scbuins (van de regter- naar de
linkerzijde, zie bl. 23 van bet zelfde werk) afdaelende of hangende Balken of
Baeren van keel of rood, omdat zijn grootvader Roelof cte Heerlijkheid van Bosicbem
met zijne dogter ten huwelijk gegeeven had aan den Heer van Bueren,
en heeft bet wapen zijner moeder, Johanna van Zuilen, aangenomen, dog in
Gouleur eenigzins verändert. Stellende drie roode zuilen in een schild van goud
in plaats van zilver (gelijk nog heden het wapen van Culenburg is); en plaatste
dat in bet eerste of regter canton (als men ziet) van bet schild van Bosicbem.
Dat evenwel naderhant bij zijne nakomelingen ten eenemael is nagelaeten, be-
houdende alleen de drie zuilen en bet .helmteeken van Bosicbem.
Volgens den zelfden laatstgeffoemden Schrijver stierf deze Heer Jan in 1240
en zijn zoon Huibert, gelijk slichtenhobst vermeldt, in 1272, bl. 15 en 18t
van zijn aangehaald werk, waarin ook op bl. 3 bet wapen van Teysterband is
bescbreven, en nogmaals op bl. 8 bet voormelde van Bosicbem. Daarna maakt
slichtenhobst geene melding meer van eenige verandering door de Heeren van
Kuilebburg in bun wapen gebragt, dan alleen op bl. 56a, dat Heer Jan, de
oudste zoon van Heer Hubert IV, en dus broeder van den hier boven genoem-
den Peter, hetzelve bet eerst met dat van van der Leck, van wien zijne moeder
eenige dochter was, gekwartileerd gevoerd heeft. Zie ook van oouthöeven’s
Chronycke, bl. 125 op de Heeren van der Lecke, en voet van oudheusden’s
Beschrijving van Culemborg, bl. 31. Het wapen van Van der Lecke was een
leeuw van sabel op een zilveren veld. Zie als boven. Deze Heer Jan was on-
gehuwd, stierf in 1377 en werd opgevolgd door zijn broeder Geraert, wiens
derde zoon de Bisscbop van Utrecht Zweder van Kuilenburg was. Zie" SLicH-
ten h o b st , bl. 56a, en voet van oudheusDen (waar Gerard ook Gerrit genoemd
wordt) op bl. 39, wiens wapen, gelijk hier boven vermeld werd, door van
m ie eis is bescbreven.
; Drie zuilen werden ook in bet wapenschild, met verandering der emaux, door
de volgende Heeren, afstammelingen, of door huwelijk tot erfopvolging gereg-
tigden gevoerd, als door de Heeren van
Hyänen, drie zuilen van sabel op een veld van zilver. Zie ook voet van
oudheubden, enz., bl. 13.
Beverwaard, drie zuilen van zilver op een veld van lazuur. Zie Batavia
Illustrata, bl. 1144.
V in Borselen van S t. Martensdijck voerde in bet tweede en derde kwartier
van zijn wapen drie zuilen van goud op een veld van keel. Zie Neder-
landsch Geslacht-, Stam- en Wajienboeh van wijlen a . fe bw e ed a , met de
registers, enz., door j . k o k , 1785, Tab. IX.
Bmchout, drie zuilen van zilver op een veld van sabel, als boven, Tab. X;
Zie JAN VAN boekhout vermeld in Batavia Blustrata, bl. 1144a, §, 1.
lacTcevelt, drie zuilen van sabel op een yeld van goud. Zie een M. S. geti-
t e l d Wapenloek van alle de sieden en oud-adelijke gestochten van Holland T
op la L.
Nijvelt, drie zuilen van keel op een veld van zilver, als boven, la N,