„ .m n g . -1»™. t . ljd rn , » J « ” " . „ M ,
■ * „ t a a« * . ™ f e m« » >2 S S S | i 1
, d « 8 « v.T. N j r r * S « i « « 'S™ 1 b J . “ “ “ ,,, m„ , , „ „ „ h J™ ,
„ W e r t dry ende twyntich op Sent Severynsto* . * « £ > [d. ^ ^
De mogelijkheid bestaat echter even z e e ^ dat de ond<* j M * . ^ ^
schreven goudguiden geslagen zxj n a a ra a September 1532. Zij
volgende Mnntordonnantie, wtgevaardigd op den i* P
luidt als volgt: Nymegen, doen kont
„Wy Bürgermeister, Scepen ende Kart der S t a t J Ny g _
„ende bekennen overmitz desen onsen apenen ,
„van wegen ende tot gtet mmtmeister die neeste tokomende
„desen annemen, Denck Rngelen onse
^ 3 1 1
„tot onsen wederseggen, in s ,, golden pennonek alhier
”** r s r i r . t s n r r Ä s x J s c « „bynnen onse • e™. dan hy en sali nyet mer dan eyn greyn voir
„fijns, to Remedium g P » ^ beyde gebruyckt, so sullen zy der
„ongevaU gebmyckem s , int marck vyff ende tsoeven-
„Stat ankomen. A uto « « ■ _ hJ ben enen balven derselver gülden.
„tich; dairaff so sali dl Sonderlingen teyken gemnnt wesen ,
„Oick so sali die vurssegte gülden mit enen ■»
„wairby men den ctehcken on er ennen muntmeister in munttonge
„die hy yrst gemnnt hefft gehadt. Item oö ^ ^
„enniger deser golden pennongen ™r ^ dei meister
„stoen tot c o n f e r . Burgermmste muntmeiBter zynen
„van Senter Claesgdde. Vmrt - J onsen munten leveren . in allen
Ä ^ h r r ^ dat ä n d e r e n munten gewQenUPkep epd,
«syn voirschryvonge, hy van onser statshalven hefft, inhaldende is; ende als
«sonder argelist. In orkonde der wairheit so hebben wy Bürgermeister, Scepen
//ende Rait der stat van Nymegen vurssegt, onser Stat Secreetsegell an desen
//brleve doen hangen. Gegeven int jair ons Heren XV° twe ende dertich op
donresdach na Sent Jelisdach Abbatis (vallende op 14 September).//
N" 3 en 4 zijn afbeeldingen van den haiven goudguiden of dusgenaamden
Knapkoek, hoedanige muntsoort wij ook in onze Afdeeling Groningen hopen
mede te deelen. De naam knapkoek als muntnaam komt, volgens den Heer
guyot, van de afbeelding der Heiligen op koek. Z. Ed. zegt in n ijh o ff’s
Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidknnde, Deel V, bl. 282:
//Zoo als nog heden ten dage in ons vaderland vele der Knapkoeken eh
nKnapkoekjes (alsmede der andere koeken), die op het St! Nicolaasfeest worden
//gebakken, dien heilige voorstellen en St. Martinus en St. Joris enz., zoo zal
//waarschijnlijk de Nijmeegsche knapkoek den beschermheilige dier stad, name-
«Iijk St. Stephanus, hebben voorgesteld, en zal dit aanleiding hebben gegeven
»om den Nijmeegschen haiven goudguiden (misschien de eerste munt dier stad
//waarop de Heilige Steven ten voeten v it staat afgebeeld), den Nijmeegschen knap-
nkoek te noemen. Onder die benaming komt dan ook de Nijmeegsche halve
«goudguiden reeds in , oude prentbeeldenaars voor. En dat de munten in de
//14e en 15“ eeuwen, zelfs ook nog in de 16c eeuw, veelal genoemd werden
//naar datgene wat dezelve — hetzij dan den onkundige, hetzij den meer be-
//schaafde — op het eerste gezigt te aanschouwen gaven of te binnen brag-
//ten, is reeds meer opgemerkt geworden.«
Op de vz. dezer muntsoort vindt men ongeveer de zelfde afbeelding als op
onze N° 2. Alleen is de nimbus thans digter bij het hoofd des Heiligen ge-
plaatst. Het omschrift der N \ 3 lu id t:
S ' o SmSPHffiD PROWHO'"
der N“ 4 : PROmHOffl
Op de kz. vertoont zieh het Nijmeegsche wapenschild in een versiersel of dus-
genaamd compartiment, bestaande uit drie halve bogen en tusschen deze even
zoo vele uitspringende punten, alles gevat binnen eenen parelrand. Omschrift,;
na het dusgenaamde Geldersche krnis:
6