HERMAN t 1556.
Van spaen berigt ons op bl. 318—821 van zijn aangehaald werk het vol-
gende, waariri wij niets dan de spelling veranderd bebben:
//Herman van Bronckhorst, Heer van Batenburg, Anbolt, en zoon van
,/Dirk van Bronckhorst en Batenburg, — Heer van Stem, die Anholt van
„ Hertog Karel bekwam, en van Swane van E a r f, en kleinzoon van Herman,
„Heer van Stein, en van Magdalena van Flodorp, was de zoon van den reeds
„vermelden Diederik van Bronckhorst, Heer van Batenburg en Anholt, die in
„ 1451 was overleden. Hij moet Anholt afstaan aan zijnen neef Dirk van
„Bronckhorst, Heer van Angenraen. Hij koopt Batenburg van Hertog Karel
„den 7 Maart 1534 en wordt daarmede beleend, waartegen hij vervolgens
„protesteert, als zijnde daartoe door geweld gedwongen, dewijl hij direct van
„ -t Rijk releveert. Baad van Hertog Karel 1537. Als Bannerheer teekent hrj
„mede op den Landdag de aanneming van den jongen Prins Willem van Kleef
„tot Hertog van Gelre 1538. Hij Staat als Bannerheer op de twee eerste
„Biddercedullen en op die van 1555. Hij heeft proces met de stad Bommel
„over de Tolvrijheid van de Burgers van die stad, te Batenburg, en wordt
„bij zijn regt, door verordente der Landschap, gehandhaafd 1539. Welk von-
,,nis door Cantzier en Raden op den 9 Julij 1544 vemietigd wordt, en de
„Steden Tiel en Bommel bij hare bezitting gehandhaafd. Hij heeft een proces
„met den Burggraaf over de jagt te Wichen 1546. Hij geeft een Landbrief
„aän de Burgers, Inwoners en Geerfden der Heerlijkheid Batenburg 1 Mei
„1547. Hij beeft een proces met den Deken'en ’t Kapittel van Batenburg
„1550. ’ Ook met die van Wiehen over het Turfsteken; de Magistraat van Nij-
„megen geeft eene Verklaring dat Batenbwg altijd eene Bannerhoofdstad van
„ Gelderland is geweest, behoorende onder het 'kwartier van Nijmegen; dat Her-
„ man van Bronckhorst, thans Heer van Batenbwg, na dat hij die Heerlijkheid
„verkregen had, zieh altijd als een Banreschap gehouden heeft en als een Lid-
„maat de Vorsten gediend; dat hij op de Landdagen versehenen is; ook de
»schattingen en andere ongelden betaald; dat de Heerlijkheid tot die schattin-
»gen gehouden is, onder, of bij het Ambt van Maas en Waal, enz. Woensdag
„na Judica 1552. In dien tijd was ook veel te doen over de Gerigten van
„ Batenbwg en het Appellations-Gerigt aan de Brug aldaar. Herman is gestor-
„ ven 1556. Hij was getrouwd met Petronella van Praet, van Moerkerken,
// dochter van Lodewijk van Praet en van Katharina, Bastaard van Egmond. Zij
„Staat als Bannervrouw op de Ridder Cedulle van 1565. Zij stierf 1594 in
//den ouderdom van 93 jaren.//
Uit dit huwelijk zijn gesproten:
a.) Willem, zoo straks te behandelen.
b.) Karel, Heer van Westbarendrecht en Obbigt, een der verbondene Edelen
1566, te Keulen vermoord 1580. Hij was getrouwd met Alverada, dooh-
ter van Willem van Flodorp, en had eenen zoon Mn.Timiliaa.nc.)
Derek, een der verbondene Edelen 1566. Op bevel van den Hertog van
Alva te Brussel onthoofd 1568.
d.) Gijsbert, een der verbondene Edelen 1566. Zijne goederen worden in
beslag genomen 1567. Op bevel van den Hertog van Alva, nevens zijnen
breeder, te Brussel onthoofd.
e. f . g.) Drie dochters, welke wij kortheidshalve voorbijgaan.
De gouden munt, die wij met genoegzame zekerheid aan Heer Herman mee-
nen te mögen toeschrijven, is de Johannes-goudgulden en heeft op de vz. het
beeid van den Heilige ten voeten uit , met nimbus of heiligenschijn, en met
het lam Gods op de regterhand. Het omschrift is thans:
SANCTVS • IOHANNES.
Op de kz. ziet men de vier wapenschilden van Batenburg, Bronkhorst, Anholt
en Stein (dit laatste bestaat uit zeven roode ruiten op een veld van zilver)
geplaatst vier en drie.
Hierboven is uit van spaen alleen medegedeeld dat de Heerlijkheid Stein aan
Heer Herman toebehoorde, maar de geleerde Schrijver deelt volstrekt niet mede,
hoe deze aan de Maas, niet verre van Maastricht gelegene Heerlijkheid aan
Heer Herman kwam, zoodat hij haar wapen op zijne munten kon laten
plaatsen.