Telephoon No. lè i.
' E N L O O S J 1 S »
. HAARLEM.
= e k b la d v o o r B l o e m b o l l e n c u l t u u r .
3K D R U K K E R I J .
CE3K - E N P A P I E R H A N D E L .
?n S o lir ij f b e lio e fte n .
& vervolge~
MUNTEN VAN Z A L T -B O M i^ ^ ^
Is X
Gfelijk men in andere wetenschappen bij analogie tot het b e suS J^OE ^B
of het bestaan hebben van het een of ander komt, zoo, kwamen wfpBBBB
het toekennen der drie door ons op Plaat VII afgebeelde, zoo dadelijk te be-
schrijvene, muntjes aan de stad, zoo niet aan de hoofdkerk der Stad, Zalt-Bommel.
Wij zagen vroeger dat de Geldersche Hertogen aan de steden Boermond,
Harderwijk en Venlo verlof hadden gegeven tot het slaan van stedelijke munt;
zoo even hebben wij de kérkelijke munten van Arnhem beschreven, en waarom
zouden dan de drie volgende, (terwijl de Charters der stad Zalt-Bommel tot op
heden in een volslagen staat van wanorde verkeeren, immers volgens de opgave
van den Heer noordziek in den Algem. Kamst- en Letterbode van den 20 Februarij
1852); waarom, zeggen wij, zouden dan niet de drie hierna beschrevene muntjes
ten gevolge van een aan de Hoofdkerk van Zalt-Bommel gegeven privilegie kunnen
geslagen zijn? Zij komen zoo geheel overeen met de type der Arnhemsche
muntjes.
N' 1 (vergelijk boven de Arnhemsche onder N” 3) heeft op hare vz. mede de
letter M in oud-Duitschen vorm binnen eenen parelcirkel. Het omsehrift luidt ;
<§. SUOBSW2S . BOV2Ï * S * BOSUSMS
De kz. vertoont een. sierlijk gebloemd kruis, en heeft in den rand ;
<§> Iß * BOSUIBS * DOSUIBI * KSUSß
Z. B- weegt 6,5 w. en is van Zs , als ons tot dus verre buiten onze eigene
verzameling nog niet voorgekomen. Vroeger meenden wij , daartoe door, eenen
Numismatischen vriend overgehaald, dat wij ons vergist hadden, toen wij het
bij de eerste redactie van,dit werk tot de stedelijke Bommelsche hadden gebragt,
en rekenden het daarom bij de tweede redactie (zie ons deel der Munten
van de Graven en Hertogen van Gelderland)', onder de Minderjarigheidsmunten
van Karel van Egmond. Thans meenen wij eindelijk weder het ware pad te
zijn ingeslagen,
N' 2, vroeger mede door ons, naar wij thans meenen, ten onregte, gebragt
tot de munten der Minderjarigheid van Karel van Egmond, heeft op de vz. de
eerste letter van ’s Hertogen Maximiliaans naam, van lateren vorm dan op
N° 1, binnen eenen parelcirkel. Van het omsehrift is alleen leesbaar :
SUONS . . S BOSUIi
Op de kz. vertoont zieh een fraai gebloemd kruis binnen eenen parelcirkel.
Omsehrift, na een roosje (hoedanige bloem ook in het stedelijke wapen van
Zalt-Bommel voorkomt) :
IN * NOSUINS * DOSUINI * 2Ï
Deze laatste letter weder als verkorting van het woord amen.
K. B. weegt 0,6 w. Zs. Verzameling van het Noord-Brabandsch Genootschap
van Künsten en Wetenschappen te ’s Hertogenbosch.
N“ 3 , eindelijk, is een zeer klein muntje,.dat op de vz,, naar het sehijnt,
het wapenschild van het Duitsche Rijk vertoont. Het omsehrift luidt:
MONETA • SALTSBOMEL (sic)
Op de kz. vertoont zieh een fraai, aan de einden geopend, kruis, hebbende
tusschen dèszelfs beenen: ,
SIT I NOM I DOM I BENE
of voluit :
S it rumen Domini benedictum; d. i. De naam des Heeren zij geloofd.
K. B. weegt 0,3 w. Zs. Verzameling des Heeren f . c. o. d e w ijs te ’s Hertogenbosch.
Omirent de beide laatste muntjes, die uit den tijd van Karel van Egmond
16