Ev.
Kaan (Munt- en Phnningkabinet van wijlen
den Heer K.) te Haarlem, bl. 265.
Kabinet (Koninklijk) van Penningen te V Gra-
venhage, bl. 153, 238; Keizerlijk Kabinet
of Museum te Weenen, bl. 179.
Kameraarsrekening van Deventer, bl. 188.
Kamergeregt van Spiers, bl. 4, 70,
Kamerijk (Muntbus van) onderzocht) * bl.
34.
Kampen (De stad) voor bet Kamergeregt van
Spiers gedagvaard, bl. 30; verzoekt lid te
worden van de Westfaalsche en Nederrijn-
sche kreitsen, bl. 83 ; aldaar in 1567. geen
Waardijn, aldaar; muntbus van die stad
onderzocht, bl. 34; onthevenvaH.de schor-
sing van haar muntregt, bl. ,73; Munt
te —, bl. 98; gedeputeerden der Munt
naar Amhp.m te vergeefs ontboden, bl.
266.
Kapitein- Generaal van’s Konings Munt, bl.
266.
Kapittel van Batenburg, blv.156; van Zut-
phen, bl. 192; van Emmerik, bl. 211.
Kaproenen,. eene soort van fraaije mutsen,
bl. 225.
K a r e l van Kgmond. Zie E sm o n d .
K a r e l V (Beeldtenis* van Keizer) op eene
munt, bl. 43; zijne muntplakaten, bl.
161.
K a r e l de Stoute, bl. 47, 110 ; munt uit
diens tijd, bl. 46.
Ka/roUngisch Terms, bl. 96, 137, 150, 151,
200, 204, 207, 209.
Kasteel vcm Bateiiburgblv 168; van Buren',
bl. 244; van *s He&fleriberg,. bl. 197.
Kastilie (De Koning van), bl. 146.
K a t h a r i n a , Martelares, bl* 35 noot.
Katholijke Koning, bl. 14, was die van
Spanje.
Keel (Kruis Van) , bl. 105.
K e e r (Verzameling van den Heer Q.). te
- Amsterdam, bl. 38, 42 , 48, 56, 58, 63,
64, twee malen, 67, 69, enz. enz.
Keizer (Een) op zijnen zetel gezeten, was bet
oude wapen van Nijmegen, bl. 36.
KeizerUjke munt (Beschuldiging van nage-
bootste)', bl. 80.
Keizers (Ñamen der) op de munten der Rijks-
steden, bl. 6. .
Kemp, Beschrijving van Gorinchem, bl, 138.
Kepers of winkelhaken in het wapen van Bg-
mond, bl. 218; wat zij zouden beteekenen,
. aldaar.
Keppel (De Heerlijkbeid) poogt vruchteloos
zich aan den Keizer op te dragen, bl.
125.
KerJe (Aan de) te Arnhem de sleeschat der
stedelijke munt^ geschonken, bl. 108,
KerkelijJee munt, bl. 116,. 120.
Kerken (Sleeschat ten behoeve der) te Nijme-r
gen, bl. 50; ten. behoeve der stad. üSsjJri
megen zelve, aldaar; ten behoeve der kerk
te Arnhem, bl. 108.
Kerkje of wel chatel op eene munt, bl, 198,
200. Kerbneesters te Arnhem, bl. 108.;
Kerkooogdij te Zutphen,. bl. 191, twee malen.
Ketel (Koperen)^^te Deventer, bl. 138; munten
opten Jeetell, bl. 267.
Keulen, de Nijmeegsche mtinten van 1563
aldaar verre beneden derzelyer Waarde gang-
baar gesteld, bl. 81; muntproefdag aldaar
gehouden, bl. 83, 34, 72; Aartsbisschop
x van —, bl. 195.
Keulsche leenen,, bl. 195.
Keulsch load, bl. .100, 104, twee malen.
Dit gebruikte men te Zutphen; Tróoisch
lood , of van Troyes, te Arnhem , bl. 108,
Keu/rvorsten en Vorsten vcm het Duitsche
BijJe (De) in 1559 alleen beVoegd ver-
klaard om munt te mogen slaan, bl. 80.
K i l i a a n , bl. 26 noot, bl. 29 noot, bl. 53
noot.
Klaverblaadjes, bl. 207, twee malen, bl. 237,
Kleef, bl. 245..
Kleef. Zie op W i llem .
Kleefsche muntbus onderzocht, bl. 34.
Kleine mwit (Geldersche), bl. 181.
jKlevne penningen (ponden), bl. 148.
Klop (Muntjes met een), bl. 265.
Knaap, titel ook in het Graafschap Zutphen,
bl. 147.
KnapTeoeJe. Muntsoort van Nijmegen, bl. 88, i
,41; van waar deze naam, aldaar; ook
muntsoort van Batenbwrg, bl. 161.
Kniphausen (Munten van Jever en), bl. 181,
Knol ate muntteeken, bl. 241.
Koeverden (Opdragt van) aan den Bisschop
van Utrecht, bl. 150; munt van —, bl.
270.
Kogge (Afbeelding eener) op eene munt, bl.
170, 171.
K o h l e r , DuJcaten-Kabi/net, bl. 48; Mii/nz-
belmstigmgen, bl. 216.
K o k (J a c o b u s ) vermeerdert het WaperiboeTc
van E e rw e r d a , bl. 218.
Kohen in eenen ketel. Straf van valsche
munters, bl, 139, 267; waarschijnlijke re-
den daarvoor, zie aldaar in de noot.
Konmgi/n des Hemels (M a r ia als), bl. 188.
KoriwgwrRegentes (Zuster van K a r e l V),
bl. 266. ;
Koninklijk Kabinet van Penningen te *s Grar
venhage, bl. 56, 69; sie verder Kabinet.
KLoninkUjke Munt (Profijt der) , bl. 26.
Konst- en Ijetterbode (Algemeene), bl. 120.
Kooplieden leveren ter munte van Nijmegen,
bl. 50; ter munte van Roermond, bl. 86.
Koord (Wapenschild aan een), bl. 68.
Kranenbwrg. Zie Cranenborch.
Kraten voor karaten, bl. 89.
Kreitsheer (Opperste), bl. 81. De Hertog
van Kleef was .dit van de Westfaalsche en
Nederrijnsche kreitsen.
Kreutzer .(Munt ter waarde (?) van een), bl.
185.
Krijgsrok (Afbeelding van eenen) op munten,
bl. 233.
Kromstaarten (Deventer en Kamper), bl.' 97;
Deventer alleen, bL 139. JZie verder bl.
207, 208.
Kromstaf (Bisschoppelijke), bl. 245.
Kronijk van Arnhem. Zie v a n H a s s e l t .
Kroon van Batenburg, bl. 185.
Kroon (Roomsch-Koninkliike of Keizerliikel,
bl. 43. J J
Krootten of dubbelde dukaten, bl. 163.
Kruis [Bijzonder versierd), bl. 46 ; drieban-
bandig —, bl. 48; dusgenaamd Gel-1
derscb —, bl. 41, 42, 172, 175, 176,
188; gevoet gelijkbeenig —, bl. 36.
Kruisrijksdäalders of Bourgondische daal-
ders, bl. 64.
Kruisvaan bij eenen Heilige, bl. 166, 175.
Kmlenburg (Heeren van), bl. 125; H u i b e r t ,
tweede Heer van —, bl. 220.
Kuin/re (Munt van eenen Heer van), bl. 198
noöt.
Künsten en Wetenschappen (Noord-Brabandsch
Genootschap van), bl. 121.
-Kwaad leen, bl. 158,
Ktoa/rt Stephanusäaalder, bL 64.
Kwa/rtier van Nijmegen, bl. 128, 184; van
. Velmoe, aldaar.
L .
Lackeveit (Wapenschild van), bl. ,221.
TjACQmblet, Urkundenbuch des Niederrheins,
bl. 229.
L a d i s l a u s (De Heilige) op munten , bl.
228. .
Laicking, bl. 265. Zie het volgende woord.
Lakynge of verlies, bl. 116.
Lam Gods op munten, bl. 155.
Lambel (Bood) op eene munt, bl. 189.
Lambrekijns of helmdekken aan eenen heim,
bl. 43.
Landbrief, bl. 156.
Landdagvaarden, bl. 128.
Land- en watertol te Batenburg*, bl. 148.
Landgenooten (De Bannerheeren door .de Geldersche
Vorsten behandeld als), bl..127.
Lands- en Stadsregten door Bannerheeren ge-
geven, bl. 126.
Landschap (De) van Gehe, bl. 146.
Land und Leute., bl. 143.
Landstand (De Bannerheeren de eerste), bl.
126.
Landtaal (Opschriften op munten in de), bl.
68, 198.
Landoorstelijke hoogheid geeft de hooge re-
galien en dus ook het regt tot de munt,
bl. 3 en 4.
Lathem, bl. 142.
L a u r e n t i u s , Martelaar, bl. 85 noot.