Bl. 133, reg. 11 en 12 staat: door hem geslagené munten. Er valt toeh bij-
na niet aan te twijfelen, of Heer Willem zal in die e lf jaren van het hem ver-
leende groote voorregt wel gebruik gemaakt hebben.
Bl. 135, reg. 2 van boven staat: in den tuinj voeg daarbij: o f de om. turning.
Bl. 137, reg. 14 van boven staat: van eenige der; lees : van eenige munten der.
Bl. 139. Uit den Jaargang 1847 van den Overijsselschen Almanak voor Qud-
heid en Letteren , bl. 331 en'332, deelen wij het volgende stub mede ,■ ten be-
wijze eensdeels dat het zieden van den Muntmeester in den ketel nog niet uit
het geheugen was; anderdeels dat de Muntmeesters oudtijds, en nog op de helft
der zestiende eeuw, nog in dienst schijnen genomen te zijn onder bedreiging
van de ketehtraf, indien zij het geld op slechter allooi vervaardigden, dan
waartoe zij aangenomen waren en zieh verbonden hadden ; ten derde, dat de
steden Nijmegen, Deventer, Kampen en Zwolle zekere overeenkomst in de zaak
der Munt hadden, en meenden alleen, wat de Munt betrof, van het Boomsehe
Bijk en geen3zins van het Hof van Braband onderzoek ten aanzien van de deug-
delijkheid der stukken ondergaan te hebben.
Het stuk berust in de dusgenoemde Iteyseboecken, in het Deventer Archief
voorhanden, en luidt aldus:
//Anno 1553 op sondaeh to vastelavondt synnen bynnen Arnhem ersehenen
«voir den cancellier Meister Adriaen Nicolai die gedeputierden van den vier
»Steden Niemegen, Deventer, Campen en Zwolle, van die Ma1 van die Co-
»ningynne op ’t stuck van der Münte aldair te komen versehreven, om te
»assayeren ende te probieren of die penningen, by den vier Steden gemuntet,
» so guet weren als die behoirden te syn. En also Antony,» [ontbreekt hier
niet èen woord, ’s mans familienaam ?} » Captyn-generael van der Munte tus-
» sehen wegen bynnen Leyden kranck geworden was, is alleen die Assaier-
vineister van Antwerpen ersehenen, en al wast alsoo dat die Generael nyet
» gekoemen was, hebben die gedeputierden begert te weten, wat hoire mey-
» nonge, commissie oder beueel waer. Heft die Assayermeister durch den can-
« cellier doen seggen, dat hij solde probieren der Steden Munte en die pen-
» ningen by den steden gemuntet. Dairop die gedeputierden van den vurs.
» vier Steden eenpairlicken geantwort hebben, dat sy die privilegien ende
» gerechticheden van die Munte hebben van den Hilfigen Roemschen Rycke
»ende nyet van den hove van Brabandt, en dat oire Muntmeisters, die dair
» tegenwoirdich weren, munterden op ten Jcetell. Bevonden die Steden vurs.
//gebreck by oeren Muntmeisters, sy hadden die selve bestrafft ende wolden
» die oick straffen, gelick een Muntemeister eertides bynnen deventer gesoden is ,
» dair die ketell alnoch hangt, dair konde men alnoch well eenen yn sieden.»
Bl. 140. Wij hebben later nog eenige straffen van valsche munters, in gebruik
bij de Engelschen, uit het werk van ruding, Annals o f the Coinage o f
Great-Britain, opgeteekend. Zij zijn deze:
Koning Aethelstan, die in 924 den troon beklom, bepaalde: //that if a mo-
//neyer should be guilty,-his hand with which he committed the offence should
.»be cut off, and fixed upon the mint.//
In 979 kwam Koning Aethelred aan de regering.
De Latijnsche vertaling zijner Angel-Saksische wetten, door ruding op bl.
133 in de noot medegedeeld, luidt:
// Omnis monetarius qiii aceusabitur quod falsum fecit, postquam prohibitum
» fuit, adeat triplex ordalium, et si culpabilis sit, occidatur.»
Als uittreksel uit de wetten van Koning Canut of Cnut, lezen wij bij ru-
ding, bl. 137:
//If any one should falsify the money, th a t he should lose the hand with
n which he counterfeited i t , nor should he redeem it with any th in g , neither
»with gold nor with silver.»
Koning Hendrik I , die van 1100 tot 1135 regeerde, was uitermate streng
tegen valsche munters. Terwijl deze misdaad zeer algemeen was, beval hij eens-
klaps, dat tegen Kersmis van 1152 alle munters in zijn Rijk ter dood zouden
gebragt worden. Men schat het getal van hen, die «lit lot trof (zie ruding ,
bl. 164 in de noot) op niet minder dan 94. Vroeger had men te vergeefs
zachtere middelen tot herstel van het kwaad beproefi.
Wij meenen het geheele stuk uit ruding op bl. 164 te moeten mededeelen.
» About this time, or possibly a little earlier, must have been issued a writ
//directed to sampson Bishop of Worcester, urso of Abetot, and all Barons,
»French and English, in Worcestershire, by which it was commanded.that all
34*