van der Leck’s; in 2 en 4 den leeuw van ’s Heerenberg. omschrift luidt.:
>£ WIIiIqSIiMVS S DHS S öS ! B€CR#i&
deze uitgang op 2i is ons nog niet voorgekomen.
De kz. der munt wordt door een eenvoudig gevoet krais in vier gelijke deelen
gesckeiden. Tusschen die deelen vertoonen zieh de initialen:
B 3! -B B, '
Omtrent de 31 en B zal er wel geen twijfel zijn, .da* deze en Roermond
zullen moeten aandniden; eene letter B zagen wij reeds, dat Berg zal aanwij-
zen; wij gissen, leitende op het opschrift der vorige munt, N" 2 , dat de tweede
B de eerste letter van Byland zal zijn. :
Het omschrift, dat almede blijken draagt van door geenen deskundigen bezorgd
of nagezien te zijn, luidt: g
$f. s n oH a | m s s H a | v k s B a rt | c a n s i s .
Z. B. weegt 2,9 w. en is van Z5. Behalve in onze eigene verzameling, von-
den wij de munt afgebeeld op de plaat van bevenstaand werkje des Barons van
HoevKLi onder N* 18, maar die afbeelding is niet zeer juist.
N* 4 is een dito kramtaart, doch deze is op de vz., ten gevolge der groote
hardheid van het metaal, siecht afgestempeld. Het omschrift is fautief, als
luidende:
•fr WIM^SIjMVS 1 DHS s B aBG ^S
De kz. is in type gelijk aan de N” 3 , doch in den rand staat thans:
sB o n s | m s s h o | v s s B a rt | c a n s i s .
Z. B. weegt 3,1 w. en is tot dus verre van Z6 , als ons, buiten onze eigene
verzameling, nergens elders voorgekomen zijnde.
De volgende munt is er eigenlijk eene van Hedel (bij verkorting Heet), eene
Heerlijkheid, gelegen in den Bommelerwaard, tusschen Driel, Ammerzoden en
de Maas, op anderhalf nur afstands van Zalt-Bommel. Otto van de Leck en
Polanen, die huwde met Sophia, Erfdochter van Erederik, Heer van den Bergh
en Byland, had tot zoon Heer Willem, van wien hier thans sprake is„ en die
dus het regt had om ook in zijne Heerlijkheid Hedel te munten.
In het Aardrykskundig Woardenboek der Nederlanden van a. j. van dbb aa
tezen wij op het artikel; Slot te Hedel, dat vroeger in de nabijheid van dit
kasteel een klein bomvrij gebouw ¡¿tond , van ouds de Munt genaamd, u hetwelk
in vroegere tijden tot het slaan van geld moet gediend hebben.»
Ook te Batenbwrg en ’s Heerenberg stonden in de nabijheid van het kasteel
des Heers afzonderlijke, thans geheel verbouwde, nog aanwezige, doch niet zeer
groote, muntgebouwen.
Doch keeren wij tot onze munt terug.-
Op de vz. ziet men Aussehen twee strepen de voomaamste letters van des
Heeren naam, aldus:
Het omschrift luidt:
►I< WlbijGIj J DBS % DG % mO<
Alzoo komt ons het vroegere Dominus de Monte hier weder voor.
Op de kz. vertoont zieh een Karolingisch kruis binnen eenen parelcirkel. In
den buitenrand staat:
s u o n em s + d o v s + n a i j .
Op een tweede exemplaar zijn de woorden door: * van elkander gescheiden.
K. wegen 1,2 w. en zijn van Zs ; ons voorgekomen in de Verzameling van
Professor serrure te Gend.
N" 6 is misschien een vierde groot.
Op de vz. ziet men het schuins geplaatste ’s Heerenbergsche wapenschild, ge-
dekt door den wapenhelm met deszelfs lambrekijns. Omschrift:
■ /fr w iid jS L iß v s • a n s ■ b s b g s .
Op de kz. vertoont zieh een roosvormig sieraad op een överigens zeer eenvoudig,
gevoet kruis. Tusschen de beenen van dat kruis zijn de letters
W I L ij'
te zien. Verder luidt het omschrift:
>i< m o | n s m j s j d g • b s | r g g s .
K. B. weegt 3,5 w. en is van Z5, als ons alleen bekend in de Verzameling
van den Baron mich iels van verdcynen te Maastricht.
N" 7 , waarvan de naam ons geheel onbekend is (misschien zilveren oord),
kwam ons in twee exemplaren voor, waarvan het eene uit verzüverd koper, het
andere bijna, zoo niet geheel, uit zuiver koper bestond.
27