In ouderdom volgt thans waarschijnlijk het munje door ons op de Supplementpiaat
o n d e r^N ^ t g | Ä | Nijmeegsche wapenschild, den dubbelen njksarend
met het leeuwenschildje op de borst binnen eenen parelcirkel. Omschnrt
>£ Ö K ß ß ro '»STPSPijTSK'° PROWOSE
De kz. vertoont alleen een door een hoogst eenvoudig gevoet krüis in vxer ge-
lijke deelen gescheiden veld. Tusschen den bnitenrand en eenen parelcirkel lee
men het opschrift:
¿U SBOB 1 BOV2I | BOVIK | fRQB (sic).
Z. weegt 3,5 w ., en is van Zä, als ons alleen voorgekomen in de verzamelmg
des Heeren bo o n za ijer te Gorincliem.
Misschien was de naam oord stuiver. * _ _ ,
De naam van den Munfmeester, die voorkomt op de onder op e upp
inentplaat door ons medegedeelde munt, geregtigt ons om die munt ter dezer
^ r r ^ e n den enkelstaartigen leeuw, geplaatst binnen vier naar
elkander gekeerde Bourgondische vuurstalen met derzelver juweelen envonken.
Verder vertoonen zieh ,nog. tusschen de vier vuurstalen even/zoo vele lek
die misschien het muntteeken des Graveurs zijn, wiens naam op de kz. gevo -
den wordt. Het omschrift luidt i .
A j mOBSTOK i BOV27 l BOVISB27GSBSIS l
Kz. Een bijzonder versierd, vierbeenig kruis, dat alleen door een beoefenaar
der middeleeuwsche Numismatiek als kruis herkend wordt. ussc en e m ei
den van iedere punt des kruises vertoont zieh eene lebe en v ^ r o o ^ ;
sehen de beenen van het ki-uis; alles is gevat binnen eenen parelcirkel,
ken men ieest:_______________________________ __
p©in©B i vsBBOsm i GOBSffiiro
verder volgt het jaartal, waarvan wij, ten gevolge van het verspnngen des
muntstuks onder den trülenden hamer, alleen meenen te kunnen onderscheiden.
• JBßß
Hoogst merkwaardig is dit Nederduitsche opschrift op eene munt reeds u,t
den tijd van Karel den Stouten of het laatste vierde der vijftiende eeuw. - Even
als in den tijd der Franken waren mede later bekwame goudsmeden ook te-
vens graveurs der vorstelijke, hier thans stedelijke, munt.
Omirent Peter Venboit, aangesteld tot stempelsnijder aan de Hertogelijke-
Geldersche Munt van Karel den Stouten, te Nijmegen ten jare 1474, leze men
bl. 278 van onze Munten der Graven en Hertogen van Gelderla/nd (Haarlem
1852), en over waarschijnlijk dezen zelfden Peter Venboit als waardijn der
Munt van Hertog Karel van Egmond ten jare 1498 en 99, dat zelfde werk,
bladz. 116 en 117.
K. weegt 3,6 w. Z6, als ons alleen bekend in de verzameling van den Heer
b o o n za ijer te Gorinchem.
Onder N‘ 8 geven wij eene munt, van welke ons alleen twee exemplaren
zijn voorgekomen (beide echter in siechten toestand), in de verzamelmg des
Heeren p. c. g. guyot te ’s Gravenhage.
Vz het stedelijk wapenschild, geplaatst binnen eenen cirkel. Omschrift :
m o n e n m * b o v t î * b o v t s s i î t ï g s b î
Men lette hier op de spelling van den naam der stad: novamagum.
Op de kz. deelt een aan de binnenzijden versierd kruis, dat eene kleine
rondte in deszelfs hart heeft, en aan de einden gevoet i s , het veld van het
muntje in vier gelijke deelen. Omschrift:
2ÏBKO I DBICß I ß ß ß ß 1
ZB. Het gewigt is 0,7 w. en de Zs .
Aangezien de eerst vodfhandene muntordonnantie van 1498 dagteekent,
kunnen wij daaruit geene ophelderingen ten aanzien van het tegenwoordige
muntje verkrijgen. Waren het dubbele Muters of wel oort d. i. hoart of halve
stuiver s ? Men vergelijke de ordonnantie van December 1498.
N° 9 is buiten allen twijfel een halve stuiver, geslagen naar het voorbeeld van
de Hertogelijke stukken van die waarde, door ons afgebeeld in ons werk over
de Munten der Graven en Hertogen van Gelderland, pl. XVI, N° 13—17, en
N° 30. Omirent het bevel tot vervaardiging dezer munt, kunnen' wij niets be-
paalds opgeven. Men ziet dat zij het jaartal 1484 draagt en de oudste over-
geblevene muntordonnantie van Nijmegen is van December 1498, dus van
veertien jaren later.