op dien muntproefdag werden onderzocht, waren: eene Guliksche twee Luik-
sche, eene Stabelsche of van Stabelo, eene Dordsche, eene van Brugge , eene
Maastrichtsche en eene van Hasselt (in Limburg).
En in het Bnces van den muntproefdag dier zelfde Kreitsen, binnen Keulen
gehouden in Mei 1568, (beide Reeessen zegt de Heer g u y o t met te hebben
terug gevonden) vond Z. E. aangeteekend, dat de toen onderzochte muntbussen
waren: drie Guliksche, eene Kleefsche, drie Luiksche, eene Kamenjksche, eene
Stabeisehe, eene Meursche, eene Bitbergsche, eene Keulsche, eene Nijmeegsche,
eene Deventersche, eene Kampensche en eene Zwolsche.
De oudste muntordonnantiën der stad Nijmegen schijnen onherroepehjk verloren
te zijn gegaan, waarsehijnlijk door brand. De door den Heer r. c. g . guyot
op het Raadhuis van gemelde Stad overgeschrevene stedeüjke muntordonnantiën,
ans door Z. E. welwillend medegedeeld, zijn de volgende:
1 van Dec. 1498, Muntmeester Sander van Batenborch.
2 — Pinkster 1499, --------------- dezelfde.
3 _ Oct. 1499, dezelfde.
4 — Oct. 1523, - __1-------: dezelfde en Derick Engelen.
5 — Sept. 1582, --------------- Derick Engelen.
(Ontbreken dus de zoo dadelijk te vermelden van 1538, 1544 en 1552.)
6 van Dec. 1562 , Muntmeester Derick Vlemmck.
Verdervond Z. E , nog drie andere vermeld, doch niet in originali of minute ,
alle tusschen 1532 en 1562, telkens met opgave der namen ven de muntmeesters,
te weten:
7 een gedateerd op Guedesdach na St. Mathysdach 1538,
Muntmeester Wilhelm Floris.
8 _ ______ op Guedesdach na St. Petersdach ad vincula 1544,
Muntmeester Jasper Vleminck. .
9 _ 10 Augustus 1552, Muntmeester Jasper Vlemmck.
Aangezien de betrekkelijke ouderdom der munten moeijelijk op te geven is,
hebben wij het eerstde zeven verschillende, in onze dagen nog aanwezige, gouden
munten afgebeeld en geven daarna die uit ander metani.
N°. 1 is een goudgülden, die reeds voorkomt in eenen hoogst zeldzamen
Beeldenaar in klein 4”. [gheprent tot Amstelredam by mg Böen Pieterszoen) ge-
titeld: Ä s nieuwe Evaluadeboeewken ;• geordonneert van wegen onsers alders ge-
nadichsten here des Kegsers bi den Generaei van, der M m te, van de. gouden en
rilveren gevalueerde penninghen. In ’tja er M. CCCCC. XXVI, alsmede daarna in:
Der Coop'lieden ] IxiridboMcwhin, Gend, 1544 , en zoude dus uiterlijkuit het jaar
1525 kunnen zijn, maar de munt is buiten kijf veel ouder. Volgens laatstge-
noemd werkje moest dit stiik wegen 2 engels en 4.azen stijf (even veel.als de
volgende gbudgulden), doch wordt opgegeven slechts 21 stuivers waard te zijn.
Volgens eenen Beeldenaar in 4°. van 1610 gold deze munt toen 2 guld. 2 stuiv.
In 1526 was volgens’ boven aangchaaki evaluacuiboer.xken iiet mark waardig
liXxx guld. x n f stuver ix miten. Toen waren er dus nog marken gewigts van
deze thans zoo uiterst zeldzame munt voorhanden! Nog na ongeveer eene eeuw
was dit stuk in omloop, blijkens den Beeldenaar van 1633, bl. 105. Op de
vz. Ziet men de af beelding van den Schutspatroon van Nijmegen , den Heiligen
Stephanus of Steven, met den nimbus om het hoofd. Zijne kleeding is die
der R. K. Priesters. In de regterhand houdt hij den palmtak, als teeken
zijner verheerlijking door het Martelaarschap ; in de linker heeft hij het Evangelie
en daarop stOenen ; als zijnde het middel, waardoor hij den marteldood ver-
wierf (1). V6Ör zijne voeten ziet men het wapenschild van Nijmegen (2).
' Omschrift:
. *S '* Sm©PIj3iH;'PROmiiOSEJ'
Het laatste teeken moet waarsehijnlijk als R beschouwd worden. Het geheel
is aldus te lezen: Sanctus Stephanus Protomartgr.
De spelling protho voor proto (in protomartgr) moet aan mindere bekendheid
met de Grieksche taal toegeschreven worden; het woord beteekent eerste bloed-
getuige, van VfÚTQf en izá¡>rv¡¡; van dit laatste woord komt ons martelaar.
(1) Zeer dikwerf dragen de Martelaren het werktuig in de hand, waardoor zij den marteldood
stierven ; zoo Laurentius den rooster, Katharina het rad, enz, enz.
(2) De Heilige Stephanus komt onder anderen ook voor bp de goudèn'mimten van de
Bissehoppen van Metz en van Passau, met name op die van 1561—1600. Zie de Monnayes
en or du Cabinet de S. M. VPmperewr, Vien/ne 17.59, pag. .41: ook op die van-Stevenswaard.
5*