» de Campsaas, Cancellario IUustrissimi principis et Domini nostri generosissi-
// mi Archiducis Austriae et Gelriae ete. Domino nostro colendissimo.//
Op de mededeeling van het bovenstaande laat de Heer van h a s s e lt volgen:
« Dit stuk, ’t geen niet in de brandkas bewaard wordt (maar op een snipper
u ter b: s .), verklaart tevens eene, laater verleende, Commissie aan hibrontmcs
// Hendriks Van heele en halve stuivers te munten, volgens de Generalityts Or-
v donnantie ander voorbehoud van de kerk haar geregtigheid (zie bet R. S. van
ü den 25 Maart 1595, fol. 11), en eene vergunning van duiten te slaan onder
»het zelvde beding (R. S. van den 22 Jan. 1596, fol. 58): maar wij zullen
// dit onderwerp op Groote Kerk met noch een ander voorbeeld staven.//
NB. Dit artikel Groote Kerk is nimmer in druk versehenen, en alle onze her-
haalde pogingen om te weten of hetzelve soms in schrift bestond, hebben schip-
brenk geleden, deels op onverschilligheid, deels op onwil van verschiffende personen.
Die veraieuwing van het privilegie voor den .muntslag van .klein geld ten be-
hoeve der Groote Kerk werd dan door Maximiliaan vemieuwd, gelijk blijkt uit
het hiema volgende stuk des jaars 1491 en de daarachter gevoegde Instructie voor
den [mede Hertogelijken (1)] stedelijken Muntmeester Bemard of Barend Proyss.
Wij Burgemeister, Schepenen end Rait der stät van Arnhem doen kondt
allen luden, Alsoe onse alregenedichste here die Roemsche Conynck as hertough
van Geh- bestedicht ende confirmiert heefft sulke priuilegien as die stat
van Arnhem van onsen seligen voirheren hertougen van Gelre gegeuen zijn, antreffende
die munten, ende dair op vorder van rechter gracien ende genaden
gegunt ende beließt heefft dat men bynnen synre genaden stat Arnhem to vol-
lest der tymeringe der moeder kyrcken in der seluer stat gelegen sali mögen
doen munten ende slaen een derden deell van enen stuuer ind dair onder, ende
voirt enen haluen stuuer, alls na vytwysinge der segell ende brieue ende andere
schyn dair aff van syner Conyncklicker M. verlenicht; So bekennen wij auer-
mits desen tegenwoirdigen brieue, dat wij Beemt Proess onse bürget ontfangen
ende gesät hebben tot enen muntmeister om tot behoeff onser moderkyrcken to
(1) Zie onze Mimten der Graven en Hertogen van Gelderland (Haarlem 1852), bl. 95
en 104.
munten ende to slaen sulcke penninge as sich dat na vermögen onser priuilegien
ind der gracien ind der genaden van onse alreghenedichsten heren vurscr.
ind verlenicht geboirt op sulcke ordinancien, as dat mit on auerdragen ende
auerkomen is , na vytwisinge twyer cedule, dair van die stat van Arnhem d een
ende Beernt Proess d’ander aff hebben, ond wij sullen den seluen Beernt in
desen saken voirstain ende verantwoirden in crafft ende vyt macht der seluer
onser priuilegien, gracien ende genaden woe vurscr. steet. Angaende op dach
datum sbrieffs durende ende warende tot onsen wederseggen. To wethen as
grote munt oeren ganck ende mitten hamer genckeffitich is. Myt sulcken vur-
werden dat Beemt Proess muntmeister den pennynck van den haluen stuuer,
nyet munten noch maken en sail, then sy mit consent, will ende wethen der
stat van Arnhem, ende all sonder argelist. Des in oirkonde ende getuge der
wairheit, soe hebben wij onser stat segell an desen apenen brieff doen ende hey-
ten hangen. Gegeuen int jair onss Heren dusent vierhondert een entnegentich.
Tis to wethen, Also die stat van Arnhem, tot behoiff der tymmeringe van der
moder kyrcken in der seluer stat gelegen, angenomen hebben Beernt Proess,
oeren burger , tot enen muntmeister vyt gefft, gracie ende gemade van onsen
alreghenedichsten heren de Ro. Co. as hertougen van Gelre, na vermögen der
priuilegien, segell ende brieuen van sijnre Co. Maj. dair op verlenicht; So sali
die vurscr. Beernt Proess muntmeister van wegen der moder kyrcken vurscr.
wercken off. doen wercken na der ordinancien hier na bescr. To wethen enen
silueren pennynck ende sali heyten eeh oirken van enen stuuer, as nu ter tijt
bynnen der stat van Arnhem genckefftich ende geldende is , ende op die munter
syde sali staen een fll, ende op die ander sijde een dubbelt cruyss, ende sali
halden enen pennynck .ende sestien greyn fijns in den alloi, ende van hondert
ende Ix x x der seluer pennyngen in den snede op elck merck werckx te remedy
van vier der seluer penningen op elck merck werckx ende to remedy van twee
greyn in den alloy op elck merck werckx, dair die traicte aff is van een merck
fijns, liiij sch. ij der vij miten vis; Item die meister sali gehouden syn te be-
talen den coepman voir elck merck. fyns siluers xlv sch. groet munten vurscr.
Item die meister sali gehouden syn te betalen der kyrcken van Arnhem voir oir
15*