/ • ¡ i l i
"Sii
'iHl
104 V-OORBERICHT TOT DE TWEEDE CLASSE
o
vei'S de Spriecen gckromd , even als de Bokken dehoornen, draagen,
zo worden ze, op zommigeplaaczen, fioiii.iJoi^ifngenoemd;
waar door zy ook in' t Griekfch den naam vau AiyUis^,, en in 't
Latyn dien van Capricorms hebben.
S- 4-
Het Tang-gcMt, waar mede de Hout-Kevers voorzien siyn, ig
hard en fcherp, en dienvolgende fterk genoeg, om'er mede door
het Hout hecn te byten. Schoon hetzelve aan eenigen langer, en
aan anderen korter zy ; en hoewel zonimigen hec met denkopvooruitüaande,
anderen het nevens den kop van onderen hebben, gelyk
de Springkhaanen; allen zyn ze 'er echter altoos mede voorzien.
S. 5.
Wanneer ik het G i M , dat deze Hout Kevers van zieh geeven,
oiider derzelver Kentekenen teile, zou men my kennen tegenwerp
e n , dat 'er ook andere Inleiäen zyn, welken een diergelyk geUiid
laaten hooren ; en ik kan niet ontkennen, dat zulks de waarheidis;
doch des niet tegenftaande blyft dit geluid eene byzondere Eigenfchap
der Hout-Kevers, Want, fchoon de honte Jul ius-Kever .en
de zwarte Water-Kever, het zelfde doen, zo zyn echter de deel
e n , waar mede zy het geluid vormen , zeer onderfcheiden. De
Hout-Kevers maaken dit geluid niet alleen voor ziehzelven,maar
ook, wanneer men ze aanraakt of drukt, mitsgaders wanneer zeby
't lyf vailgehouden worden. Doch of ze dit geluid ook ten dien einde
maaken, op dat het Mannetje daar door zyne tegenwoòrdigheid
aan het VVyfje te kennen zoude geeven ; dan of ze zulks doen om diis
t en deele hunne vyanden af te weeren; dit is eene zaak, dienogzo
'geflachten
in 't algeraeen, maar oolc van het onderfcheidend Kcnteken dezer Hout-
Kevers ¡n 't byzoi'dcr, omllandiger, dan hier gefehieden kan, te handelen; en
alsdan te gelyk de zulken aan to tooneii, welken men voor middel- of tustehen
foorteo boudt.
KLEEMANÌÌ.
D E a A A R D • K E V E
¡remaklyk niet beflift kan worden; maar zeker is het , dat dit geluid
L n den Hout-Kever veroor.aakt wordt, door den nek tagen het
halsfchild of borstftuk aan te wryven. Maar de Julius - K e v e r , en de
Uarte Water-Kever, welken een diergelyk geluid laaten hooren, geh
uiken 'er den nek niet toe; dewyl ze hunne barde Vleugeldekzels
tesen het achterlyf wryven , wanneer ze dit geluid willen maaken.
De Dooden-Vogel , als ook de Springkhaanen en Krekels , fchoon
ze mede een zeker geluid laaten hooren, komen hier in geene aanmerking,"
dewyl ze Infeden van eene geheel andere foort zyn. V ermits
de Hout-Kever een kraffenden t o o n van zieh g e e f t , wordt hy hier
te Neurenberg , en op andere piaatzen, As Geiger, dat is, Vioolfpeeler,
genoemd. ^ ^
Wat de Ponten dezer Hout-Kevers betreft , men ziet aan 't middelfte
gedeelte der Voorpooten, geene zodanige haakvormige, groote
en fcherpe punten, gelyk de b y z o n d e r l y k zogenaamde Aard- Kevers
hebben. Dezelven zyn in tegendeel meerendeels gantich glad,
en Hechts weinige van deze foort draagen aan het einde van den middel
poot ettelyke tedere punten , die naauwlyks te bemerken zyn.
Maar zy hebben alle tezamen dit , als een byzonder kenteken, dat
de eigenlyk zogenaamde voet, of het laatfte deel van den Poot , tut
vier leden beftaat, welken, behalven het laatile met den dubbelen
haakvormigen klaauw, plat zyn, en de gedaante van een hart, zoals
hetzelve doorgaans afgebeeld wordt, vertoonen.*
§• 7-
* Die de gefteltenis der Pooten by de Hout-Kevers met opmerking wil befchouwen
, zal bevindcn, dat dezelven ook daar door, van andere foortcn van Kevers,
en inzonderheid van die, welken onder de eerfte Claffe der Aa.d-Kevers
beho'oren, als de Mai-Kevers, Go,"d-Keve.,Me^-Kevers enz - e r ^ ke yk UCllUÜVCll . clis UC IVIül - 1XI..V iv ^ . v . v , -- i J t "
te onderfcheiden zyn : Want deze laatften können de Pooten, by de buif,
derzelver leden , niet zo Springkhaanachtig by "t lyf ora hoog ileeken , a de
Hout-Kevers gemeenlyk doen ; datduidelyk genoeg blykt uit de voorige Afbeeldingen
van de Aard-Kevers der eerlle Claffe, en die der tegenwoorcngen, wanneer
men ze met elkander vergelyku.
o KLEEMA'HM.