S i ¡if' .h
210 t w e e d e class
Be platte hreeäyvige W a t e r n i m p ii e n - W o r m ,
benevens zyne Ferandering.
TAB. VIII., - y - a n het tweede flach der Watermmphen , die haare vieugelen in \ zitten
V uitgebreiddraagen, zyn my nog maar twee- of drieürleie ftorten bekend,
we ken zieh alle jaaren des Zomers in onze Landftreek laaten zienjen
dezen ziillen wy onze Leezers ook nog leeren kennen, eer wyovergaanterbefchouwinge
van het derde flach; dat die kleiner foorten v e r L , 4lken by
haar dünne lyf, de vleiigelen in \ zitten op onderfcheiden wyzen tezameiileggen,
en met een meer breeden dan langen kop bedeeld zyn. Zagen wy nu
alvoorens, dat de reets befchreeven Waternimphen haare eigen Wormen hebben,
waarmt ze vcortkomen, wy zullen ook in befchouwen der nog volgenden
z.en, dat het met derzelver oorfprong op de eigenfte wyze toelaat f en
dat er, ge yk leder foort der Waternimphen gantibh anders van geflalfe enkoletir
IS, ook even zo aan haare Wormen een merkelyk onderfcheid te befpeuren
zy; hierom is het derhalve volftrekt noodzaaklyk, datwy, bydebefchrv-
Ving van een legelyk dezer Infeften, ook hunner Wormen gedachtig zyn
SOp
deze W z!en wy een icts grooter Waternimphen-Worm, we!-
ke, inden eertten opnag, al tamelyk veel overeenkomfl met de beide voorgaanden
fchynt te hebben maar , volgens eene nadere befchouwing, inveele
llukken van dezelven verfchilt. üit vertoont zieh, niet alleen aan z®yn lyf^ d '
p atter dan dat van alle anderen, en zyn Hoofd-kenteken is; maar ook aan
alle zyne over.ge Eigenfchappen, het welk ons eene omftandi^er befthryving
du.delyk te kennen zal geeven Hy onthoudt zieh wel, even Ss de anderen
in t water; maar is meer in ftroomende dan in ffilftaande wateren te zoeken '
en met zo zeer in de diepte als wel aan den flykigen oever. Aldaar is hy
met zyns gelyken op denzelfden tyd, van verfchillende grootte en oiiderdotn
te vmden; het we k tot een bewys kan dienen, dat hy meer dan een jaarTt
zyn wasdom noodig heeft. Vermits hy nu, gelyk de voorgaanden, ook ai
i '' vangenvandenzelrenvan 't
reeisgemelde voordeel bedienen dat men 'er hem met flyk en al iiichaalejals
wanneer hy zieh, het gebrek des waters befpeurende, door zyne beweeging
openbaart; doch te gelyk gebrmkt hy, op de minfte aanraaking, die liftfdal
hy
IXSECTORUMAQUATILLUMi CZASSISIL
Ta^h.VIf. I r
! l i |
'iiiiL.
i il ^¡¡'i'} V
' i t