2 3 0 T W E E D E C L A S S E
•i i • ; f '
TA«.XI I .zeer o n e i p n l y k e u. tdrukking, de Oo r e n , doch de La tynen en Grieken Bmnchías,
in t Nede rdui t f ch de Ki e uwe n , n o eme n ; zo da t ze even z owe l L u cht -
Vinnen geheeten zouden können worden. De z e luchtvinnen zyn aan de ver-
Ichillende Wo rme n msgelyks ver fcheiden; nademaal ze niet alleen eene ander
e l i g gmg , maar teíFens eene ande r e g e l l a l t ehebben.
Wa t nu eigenlyk de fpyze dezer Wo r r a en z y , kan ik me t geen zekerheid
z e g g e n ; dat ze van andere Inf e S en leesen is my niet wa a r f chynlyk; 't komt
my eerder voor dat de modde r en flyk hun tot voedzel dienen : doch wat hier
van z y , di t a l t ans is z eke r , dat ze g r o e i en; dewyl men o pden zelfden tyd erooten
en kleinen van eenerleie foort vindt ; als mede dat ze , volwaflen z y n d e ,
eindelyk in een vliegend fchepzel ve r ande r en, dat niet meer in 't wa i e r lee'-
v e n k a n , ma a r zieh in de vrye iucht onthoiidt. Dit vliegend fchepzel heeft
ver fcheiden na amen. De Hol l änder s noemen het Haft; mi f lchien, om dat
het in 't vl iegen, veeltyds aan de verich geteerde S che p en, volgens het oiide
wo o r d , b l y f t i f / i e n , of va f tkl e even; nademaal het ook boven alle Inre61:en deze
Ei g enf chap byzonder h e e f t , dat het niet langer dan een dag fchynt te leev
e n , zo heef t men het reet s van ouds Ephemerus , Hemenbm en üiaria gsn
o emd ; in navolging waar van ook zommigen dit S c h e p z e l i n ' tNe d e r d u i t l c h ,
d e Eendagsvlieg heet en; daar en boven vind ik , dat men het zelve de Mai-
Mugge en den ^iiorjaar - Aigst n o emt , dewyl men deze f chepz e l t j e s in' t Vo o r -
j a a r , en voorna amlyk in de ma and Mai, met gant fche zwermen'ziet v l i e g en;
doch v an waar men liet woord Jugst in dezen ontleend hebbe , is mv onbek
end.
Wa n n e e r n u de tyd der verander inge van onzen Wo rm verfcheenen i s , dan
be g e e f t hy zieh kort aan de bovenviakte van 't wa'.er; en in dien ftaat fchynt
z yne huid de rma a t e gezwol len en me t Iucht gevuld te z y n , dat hy niet wel
me e r naar de diepte komen könne ; doch eindelvk barfl: de liuid op den r a g ,
naby den k o p , van e e n , en het gevleugeld I nf e a k omt ' e r a l l eng s k ensni t . Ve r -
niits ik z o gelukkig geweefl: ben , van deze verander ing te mögen z i e n , alzo
ik ettelyken dezer Wo rme n in een glas bewaarde , en de verandering in de
ma and Mai omt rent den avond voorvi e l , toen het nog licht g enoe g wa s ; zo
kan ik hier omt rent wel byzonder me lden , hoe ik waargenomen hebbe , dat
di t vliegend fchepzel zieh niet geheel van de Wormen-hiilze losma akt , voor
dat zyne vleugels volkomen hard en volwaffen z y n ; en dat ondertulTchen die
ha l f ledige Wo rmen-hul z e den Ha f t zo lang tot een fchiiitje d i e n t , het welk
zyn l ichaam d r a a g t , tot dat hy in f l^at zy cm weg te vliegen.
DER W A T E R - I N S E C T E N . T a i . X U .
§. 5.
2 3 1
TAB. Xir.
De gedaante en gei lal te van di t , uit den befchreeven Wo rm v o o r t k omende ,
Oe v e r a a s , zien wy in a e j''- Fig. dezer XU ' « Tab. Het i s , aan 't einde van '
't a chter lyf , ook met drie zodanige hairdraaden of fpitzen v o o r z i en, als de
Wo r m , en dezelven zyn zo lang als het lyf van 't gant fche Inf e é l ; wa a r t e g en
de fprieten aan den kop veel korter z y n , dan ze aan den Wo rm waren. He t
gant fche lyf is blinkend donker -bruin; de kop is tamelyk van 't lyf afgefchei -
d en, de vier vl eug e l s , van welken de onderften naauwiyks een derde deel van
de groot te der bovenf len hebben , zyn weerfchynend donker -graauw van kol
e u r ; e n z e wo rden, wanneer het Infef t ergens ga a t z i t t en, overelkander toegevouwen
gedra agen. To e n my de volgende foor t van Oeveraas bekend wi e r d ,
meen de ik in 't be g in, dat de z e l v e , wegens haar dikker a cbt e r lyf , milfchien
het VVyfje van deze foort wa s ; maar ik ondervond welhaail het t e g ende e l :
want ik z ag eens twee dezer fchepzelen te z amen op een fteen z i t t en, terwyl
ze juifl; teelende verbonden waren. Zy bleeven niet lang te z ame n ; en toen
zy van elkander fcheidden , z a g i k , dat hunne hairfpitzen , die te vooren als
in elkander gewikkeld f cheenen, zieh ordenlyk ui t fpreidden; en da a rop vloog,
het iMannetje de z en, en 't Wy f j e genen we g . *
§ . 5.
D e nu volgende foort van Oeveraas i s , benevens het daaruit v o o r t k ome n t e
Ha f t , in de , 4't«, 5''= en ö-'« Fig. dezer Tab. te zien. Zo wel de Wo r m ,
als het gevleugeld fchepzel , heef t eene gant fch andere gei l a l te , dan de voor -
g a anden; nochtans zyn ze beiden in de maanden van April en Mai, n a a rma a t e
dat het weer vroesrer of laater warm z y , zo wel in 't wa t e r , als in de Iucht , in
eene overgroot e menigte te vinden. D e 3'!= Fig. ver toont den Wo rm van de- Fig. 3.
ze foort van l l a f t , zo a l s hy 'er halfwaffen ui t z i e t ; en men kan 'er uit beme r -
k e n , dat de drie achcerlie roe ivede r en, zo wel als de twaalf luchtvinnen, die
aan beide de zyden f t a an, hier eenigzins anders van maakzel zyn . dan by den
volwailen Wo rm. De z e Wo rm vervelt v i e rma a l , en in zyne laatile vervelling
bekomt hy de groot te en de gedaante van de Fig. Wanneer hy ergens !lil flj.'i.
l e z i t , houdt hy zyn lyf geraeenlyk hol opwaart s gekromd. De g rondve rwe
van 't lyf is doorga ande Oker -bruin, echter hier en, daar met donkere punt en
en
• Diciivolgeiide heefc de Heer Dr. Svjämmsrdam, Wellie zo gelukkig niet geweeft i s , van deze
panriiig ce mögen zien, liier oiiureiu misgecali ; dat hy , om dat hy de paariüg noolt lud
können befchotiwen , daarait bellooten heeft dat deze Inll'iten zieh in 't geheel niet vermengen
maar dat het.Wyfje eerft zyne Eieren op het water moclt laatea Valien, en 't Mannetje 'es.
vervolgeiis zyn zaad opl'chieLen, gelyk de Viifen docn.
Kleem.^FIN.
Í l l l í í i
I i i : :
¡il Ii!;;