D- E R A A R D - K E V É R S. I I
SCAILABAEORIIMTEJtESTRT nMPRAEF. CT, / ¡SSIS. I .
Jciil^j - ic .
Sprieten raet körte koifjes, benevens de ovenge fpitzen , zo als byt.b.a.i.
OMC Kevei-s;, en de Kop is , aan zyne ondervlakte , insgelyks raet
okergeele hairtjes bezec. Het Borftftuk is rondsom den buitenrand,
met een fmallen verheven zoom, cierlyk bezoomd i en onder denzelvenheeft
het eerfte paar, of de grootfte, Voorpooten , zyne inleding.
Het achterfte en grootfte deel van' t lyf, t welk door de geflootln,
blinkende Oppervleugels, van boven ten eeoenmaale bedektwordt,
is rondsom, even als het Borftituk, insgelyksmet oker-
<jeele hairtjes begroeid ; en aan 't zelve zitten de overige twee paar
Pooten. De beMe voorile Poeten zyn, gelyk aan de andere Kevers
dezer Clafle, met eenige groote fpitzen of doornen , in t midden,
tvewapend; en met behulp van dezen kan de Kever door de hardfte
Mrde heen graaven ; waar toe de onderfte beweegelyke Hoorn
niede veel fchynt te können toebrengen.
S. 9-
Dat zieh deze Kever in Brazilie ophoudt , blykt uit Markgraafs
mflorie der natmrlyk e z ao k en in Bra z ilie, waarin dezelve, pag. 2 4 0
en 247, nevens andere gehoornde Kevers, befchreeven en afgebeeld
i s ; welke by de Braziiiaanen Enena heet, en dien de Markgraap
Taurus volans (den vliegenden Stier) * noemt. in zyne befchryving
van dezen Kever vinde ik niets byzonders , dan dat hy zegt : z yne
huitenße Vk ugels heßaan uit e eni olyf k oleurige fchale, daar iets don k er -
ge els meds vermeng d is \ en de z elven z yn met bruine'p untenhefpren k eli - ,
het welk zieh by den Kever, dien ik afgetekend hebbe, gelyk de Figuur
uitwyft, heel anders vertoont.f Doch als hy ver der zeit, dat
dt
* De Heer I.innmis geeft ctezen Krootcn Kever den naara van Hercules. Ziedeszelfs
Sjfiema Natura Claßis F. InfeSta Coleoptera Scarab x us, Num. 1. pa^. Hall. Mag d.
1760. 8vo. Kl e ema n n .
t Da Heer Röfel heeft dezen Kever , welke , ten aanzien der geftalte cn grootte,
byna in alles overeenkomt raet den genen, dien liy liier op Tab. Fig. i. heeft
voorgedraagen, naderliand, in zyn IVde Deel , op Tab. V. Fig. 3. nograaals afgebeeld';
en aldaar het wezenlyk onderfcheid tuflchen denzelven en dezen hier van
hem afgebeelden duidelyk beweezen; en by die gelcgenheid getoond, dat deHeer
Mark graaf 2.ich, in de befchryviDg van denzelven, zeer wel uitgedmla heeft.
KL EEMANN.
B 2
a ij^.