lu
'Nili
mi
1 9 0 T W E E D E CLASSE
Tìd. II.
Lett.
nJnrfn i ^^ j " 'y™" '•'^^hte liüie lüt. Doch Wanneerze
mi Jp fnT,^,. verhooging maakt, en 00k met andere wrattenvorde
va?' Iv? rf."' ™ he t t e e l l idnabyhe tdn.
Letr / Fk Z I jl'r «^^hubachdge blaadjes bedekt , gelyk in de
d f 'hJr w r echter nltt terlloiid, zo
drahet VVyfje gerangen is: want dewyl het Wyfje het achterdeel Z ' t Ivf
de deTwittiTw'?-'"':' ^ mo^ileggen zokand .el e loi
der den wil van t Wyfj e niet voltrokken worden. Hit Mannetie zetzich ter
' UT r- ^^ j-> •'•'"'ill-het achterde
let Wytje vaft gehouden wordt, in de hoogte;
VTUI, ¿,UIHW
dee] van zyn lyf, waar mede I
cm aan het zelve geiegenheid "teV p a S g e " te^^eeT;;' ie erin^Lren f d ' i
hfr rlp Ä" piaringe te geeven, en als teer nneren, dat
het de noodige fteihng Iffaannppmp-aanneeme; Wp?deze « on en diergelyke — middelen • i . herhaalt . . . h^'
t zn
aan Bl atffn H "" ^ we g c n s ^ f b r S
^ ftlJ ™' ^"l'- °nder 't oog zal breiigen * De Wer
me° C e n befchree^ven. en ikkan
met vmden dat er lets aan ontbreektf; ik zal 'er by deze geiegenheid e^en
i L e X Z ^"¿".^-»¡«^byvoegen', welke ik z e i f m e a r Ä n s ™
nomen hebbe. Het Mannetje , ter paaringe gezind zynde, vliest naamlvk
b ndr^t^a'cht t Dende tracht hyT hret; te vangen, en wTel op deze wyze; d-a't' vhev t edve ^two need eacnht i
met zyn bek vaftgehouden knyptang van 't Wyfje los, en houdt zieh met de
pooten aan deszelfs achterlyf vaft; hier op bedient zieh het WyQe varzyne
knyp-
*^ mwmmrmnmmmmmm Deze manier van paaring kau gezieii woriien op de volgeirfe Tal X rn K'LEEMANN.
DER W A T E R-I N s E C T E N. Ta.h Ii. 191
Knyptang, grypt daar mede het Mannetje cm den .hals; en dan is het noodige TAB. II.
ter vereeniginge verricht. Voorts trekt het Mannetje zyne knyptang van 't
Wyfjes lyf te rug; maar, dewyl het Wyfj e hem eenigen tyd om den hals vaft
blyft houden, zo vliegen ze nog een tydlang te zamen heen en weder.
Hèt teellid van 't Wyf je, dat juift niet gereed in 't oog valt, kan men niet
beter befpeuren, dan wanneer men bygeval een bevrucht Wyfje vangt, als dit
gelukt, dan heeft men deszelfs lyf flechts een weinig te drukken; en hier op
ziillen de daar uit voortkomende Eieren de begeerde plaats terftondaantoonen.
Indien men het lyf van zodanig een Infeäopent , zal men de Eieren in deszelfs
dikke deel by elkander vinden, ten wäre het Wyfje jiiift op het tipje was van
te leggen ; want dan zal men 'er het gantfche kanaal van 't lyf mede vervuld
zien. Als het bevrnchte Wyfje in vryheid is, en zieh van den lad wil ontilaan,
zoekt het 'er eene bekwaame plaats toe. Het zweeft ten dieneindegedtmrig
Over 't water, tot dat het een ftukje dryvend hout, of een boven 't
water nitfteekenden fteen vinde; of het gaat ook wel, kort by de bovenvlakte
van *t water, aan een riet zitten, en laat, het achterlyf in 't water dompelende,
de bevruchte Eieren daar in vallen. Het getal der Eieren beloopt zomtyds
meer dan honderd ; derzelver grootte is, ten aanzien van het Diertje, gering;
van koletir zyn ze bruin , en van gedaa;nte langkwerpig rond , zo als ze
op onze Tab by Letter i. vertoond word^en. En op dat men niet denken mog- Lett. t,
te, dat ik hunnen Drek voor de Eieren aangezien had , zo hebbe ik 'er denzelven
bygevoegd, Zie Letter k. Deze is tamelyk lang, droog, fmal en hoe- Lett. k.
kig, mitsgaders zwart-bruin van koleur.
5- 9-
Deze Waternimphen overleeven den volgenden Winter'niet; waarom men
ook-die genen, welken den Vogelen niet ten roof geworden zyn, hier en daar,
hoewel zelden, dood vindt liggen: doch de in 't water gelegde liieren komen
deels in den Zomer, deels in den Herfft, en ook wel nog laater uit, naardat
ze vroeger of laater gelegd zyn. Voor 't overige moet ikhiernogaanmerken,
dat deie Waternimphen ook ademhaalen : dit kan men duidelyk befpeuren,
aan de beurtswyze uitzetting en zamentrekking van 't achterlyf, welke, door
eene weeke huid, die onder aan 't lyf is, en 'er eene in de lengte uitloopende
geut aanmaakt, bevorderd wordt. De opening , waar door deze Diertjes
de lacht inhaalen, en weder uit blaazen, zal ik by eene andere foort aanwyzen.
Dl:
f .
I
i i , ! ,
il