Taj-.B.
Fig. 4.
Tab.B.
i-'S- 5.
Tab. Ii.
Bg. 6.
28 VOORBERICHT TOT DE E e r s t k CLASiE
of ringen van 't achterlyf vertoonen, ter wederzyde , heldere okergeele
vlakken; en vooraan, daar de uiterfte hoek der Vleugeldekzels
aan het Borstftuk ftoot, is een helder hoekpunt te zien. De vyfde
Figuur ftelt ons voor oogen
Een kleineblinkende, zwarte, met ivittepumen befprenkelde
K E V E R.
§• 22.
Deze is juisc niet recht zwart, maar zyne koleur valt, wegens haaren
glans, eenigzins in \ koperverwige, en is, zo wel op zyneDekvleugels
, als op het Borstftuk , raet witte punten , van ongelyke
grootte, vercierd. Het gantfche lyf vertoont zieh meer plat dan rondverheven
; en is aan de ondervlakte met tedere hairtjes bezet. De
voorlte pooten bezitten het opgegeeven kenteken dezer Clafle , en
zyn, even als de overigen, pik zwart. Nu volgt
Een rood-hruine K e v e r , die met witachtige punten hefprenkeld,
en met roodachtig-geele hairen hegroeid is.*
i- 23-
Deze Kever komt, ten aanzien zyner geilalte, in zeer veele ftukken,
raet onzen Goiidkever overeen; doch zyne grondverwe en overige
cieraaden geeven hem eene gantfch andere gedaante. De Kop,
het Borstftuk en de Dekvleugels zyn eenigzins dof bruin - rood ; en
deze zo wel als gene is niet veele bleeke okergeele punten, van onder«
fcheiden grootte, vercierd; van welken de grootllen op de Vleugeldekzels
in reien achter elkander ftaan. Voorts is deze Kever, zo wel
op zyne boven- als ondervlakte, met bleeke okergeele hairen begroeid;
die echter op de laatfte menigvuldiger gezien worden dan op de eer'
fte. De Oogen zyn zwart, en de zes Pooten zwart-bruin. Detwee
voorfte Pooten hebben het kenteken dezer Clafle; en ze zyn alle zes
met veele okergeele hairen bezet. De Kever, dien P e t i v e r (Gazopb.
Dec.l. Tab. 8. E g . i.) Scarahaum Capenfem pilofum , vagims
rur
* Deze heeft by Unmus, Syfl. Nat. Cl, F. Ori. I. pag. ¡¡i.Num. jo. den naam
vauCAPENSIS. Kleemäbk,
d e r A a r d - k e v e r s .
rtthris, plurimis, punMis olbis afperfus, of, den hamgen Kever van
äe Kaap de goede Hoop, met roode Vleugeldekzels, die met veele witte"^-
punten befprenkeldzyn, noemt, zal raogelyk dezelfde zyn. Voorts
ontmoet ons in Eg. 7.
Een kleine, zwart-blinkende, gladde zk , met okerbruine
vercierzelen.
S- 24-
Dezen Kever hebbe ik van een myner Beguniligers uit Lübeck tab.b.
ontvangen. Zyne voorile Pooten geeven duidelyk te kennen , dat Fig.
hy tot deze Clafle behoort; doch dewyl ik hem anders nooit gezien
hebbe, houde ik denzelven voor geen Iniander , maar voor
een Vreemdeling. De gantfche bovenvlakte van zyn lyf, en,naar
gerade tamelyk groote kop, is, benevens de zes pooten , zwartblinkend;
en heeft 'er de volgende okergeele cieraaden by. Door
het midden van den kop en het halsfchild loopt eene tedere linie,die
zieh tot in den fluithoek der beide Vleugeldekzels uitftrekt; 00k ziet
men het fchild van den hals, ter wederzyde en van vooren , okergeel
bezoomd. Het achterlyf fl:eekt boven de Vleugeldekzels uit, en
heeft, zo wel van onderen als van boven, eene okerbruine koleur,
die echter eenigzins in 't roode valt ; het achterfte lid is met drie
zwarte vlakjes vercierd, welken driehoekig zyn, en wier langfte uitfteekende
punt achterwaarts uitloopt : het middelfte is het grootfte.
Dit Infeft heeft aan de achterfl:e pooten ook een dubbelen haakvormigen
klaauw i welke verdeeling echter zo digt aan elkander geflootea
is, dat dezelve maar enkelvoudig fchyne te weezen.
S- 25-
Het flot van deze Revers maakt eindelyk
Een buitengemeen fehoone goud- en rood-koleurige, blinkende-,
driewerf gehoornde Ke v e r , uit het Koninglyke Kabinet
van Natuurl-jke Zeldzaamheden te Dresden.*
Di?-
* DeHeet iimew noemt dezen Kever CaRNirax. Zie deszelfsSjji.iVai. O.
D S i'i'
V
r
r:..
.lU.,-,