2(5
V O O R B E R I C H T T O T . E E E K S T E C . A S . K
3 ; als mede, dm de Kever l e l k T '
ven is de Fin. °r van P E T v J n ' D^arenboeen
gemeene Meftkeve, , Y n S t ^ h J f f ^ "
blinkend zwart-brL.ine L i e i " Tvn l-on ' ^'S®®®®"
hebbende byna de g edaant v n een Sciffel T
den ziet men een niet al rp rhi I Z ^^'^ttel , en op deszelfs midgeboogen
en f p i L T H o o n S e v - f H " ' ^-^^^^^ver
r e Oo|en gevvLr . welken
geworpen, en van vooren ^ uZh^niH ^
door ontftaan, van w X n de hHH^ ^ ^ r '' hoekfpi t z e n
en een paar k ^ i n e ^ d S l - g t z t ' l e Itn^""^^^^
S . ^ K f p - Ö c e i f e X k o ^ f
]can men her opgegeeven ken^e f n P^^^
§• 20.
d i e ^ t - l Ä T v e S e l l f k l ^ ^ ^ byzondere foorten van Kever.,
d e n g l f l a c h r e f c h v . e n van verfchei-'
de goedgunftigheid van e L l y k f S d e n i r d a S c f n ^ '
zameling der Infeften daar mede h Z ™ '
en ze zyn 00k, om hunne S z a a S e i d ve rme e rde r en;
naauwkeuriger befchouwen. DreifSt^^^^
Een
K E R A A R D - K E V E R S.
Een donker-roode K E V E R , wiens Bovenvleugds tuet zwar ti
vlakken en punten befprenkeld zyn.*
2>
D e koleur van dezen Kever is geheel dof-rood , zonder eenigen TAB.B.
glans; even zo ziet 'er 00k de onderviakte van het lyf ein ; maar de''''''
zes pooten zyn iets donkerer. Deze Kever draagt zynen kop, gelyk
de meeile Goud-Torren doen , onder het breede , rond-verwulfde
borstftuk ingetoogen. By de gewrichten van de raet zwarte viakken
befprenkelde Vleugeldekzels, ziet men van vooren , ter wederzyde
van 't achterlyf, eene harde fpits, die tot aan den laatflen poot voortl
o o p t ; hoedanig iets aan byna alle de Goud-Kevers te befpeiiren is;
met welken deze Kever insgelyics, ten aanzien zyner overige geitalt
e , volkoraen overeenkomt: waarora ik hem 00k, zo wel als de drie
hier op volgendo foorten, waaraan het zelfde te befpeuren is, onder
de Goud-Kevers rekene.f De Heer SLOA NE befchryft in zyn bovengenoemd
fchoone Werk, Fol. II. p. 205. Tab. 237. Fig. 7 ,8. een
Kever, dien hy Scarabaum e rubro cinereum minorem, maculisnigris
vototum, oidenklemn, roodachtig-aschgraauwen , zwan gevlakten
Kever, noemt, en die mydezelfdefchynt te zyn met dezen, dienwy
hier voor ons hebben. In de 4^!: Fig_ vertoontzich
Een fchoone dof-groene K E V E R , met eene Oratije• geele
bezoomtng,
S- 21.
Deze Kever heeft ook, gelyk de voorige, geenden minften glans, r.„ T,
maar IS over het geheel dof-groen, en fchynt als met fluweel overtoogen.
Zyne Vleugeldekzels hebben een cierlyken Oranje-geelen
zoom, die ook wel om het borstiluk heen loopt, dcch daarterplaatz
e mm aanmerkelyk is. Deze foort van Kevers heeft zeer dünne en
tederepooten, en ze zyn alle zes, benevens degantfcheonderviakte
van t Jyt, ichoon groen, maar iets glanziger van koleur. De leden
KLEEMANN.
D 2
• J r
#